Tafeltje Dek Je, Ezeltje Strek Je, Knuppel uit de Zak
De herberg en de ezel op het Herautenplein
De herberg en de ezel op het Herautenplein
Geopend ezel: 1956
knuppel: 1963
tafeltje: 1999
Gebaseerd op Tafeltje-dek-je
Opgetekend door Gebroeders Grimm
Ontwerp Anton Pieck en Henny Knoet
Techniek Peter Reijnders en Dré Broeders
Muziek Terpsichore, Michael Praetorius
Ingesproken door Carolien Jutte (“Ezeltje strek je!”), Pieter Lutz (herbergier)
Figuren Waard, eerste zoon, hondje, ezel
Vorige Kleine Boodschap
Volgende Sneeuwwitje
Sprookjesbos, overzicht

Tafeltje Dek Je, Ezeltje Strek Je, Knuppel uit de Zak is een sprookje over drie zonen die ieder een magisch cadeau ontvangen, waarna van twee zonen de gift gestolen wordt door de waard van een herberg, maar de derde zoon deze met zijn knuppel weet terug te krijgen. Het sprookje is al heel oud en werd door de gebroeders Grimm in hun verzameling Kinder- und Hausmärchen gepubliceerd onder de titel "Tischlein deck dich, Ezel streck dich, Knüppel aus dem Sack".

In de Efteling is het de zestiende uitbeelding op de route in het Sprookjesbos, tussen Kleine Boodschap en Sneeuwwitje, aan het Herautenplein. De uitbeelding heeft een lange geschiedenis, waarbij de ezel en de knuppel elk als losse attracties, elk op een andere locatie dan de huidige hun oorsprong vonden; beide ontworpen door Anton Pieck. De herberg, die geopend werd in 1999 naar ontwerp van Henny Knoet, bracht ook de tafel uit het verhaal naar de Efteling.

Uitbeelding

De uitbeelding van het sprookje heeft plaats in een herberg aan het Herautenplein, Herberg de Ersteling geheten. Hierin bevinden zich de knuppel en het tovertafeltje uit het sprookje. Op het plein voor de herberg staat de wonderezel op zijn sokkel.

De ezel

Ezeltje Strek Je

De wonderezel staat te midden van een rond plein, recht voor het huisje van Vrouw Holle, Herberg de Ersteling, het kasteel met de toverspiegel en de grot van Sneeuwwitje, omgeven door drie bloemenborders met houten zitbanken. Hij is uitgebeeld als een grijze ezel, met de kop gericht op de Prinsenpoort, op een bekrulde hoge sokkel van sierbeton op een gemetselde basis van ijsselsteentjes. Met de poten gestrekt staat de ezel in gespannen houding, klaar voor zijn magische act. Het dier heeft een bespanning in rood en goud, en draagt een dekje met een fraaie Anton Pieckversiering op zijn rug. In een cursief schrift is aan weerszijden van de sokkel de tekst "Ezeltje strekje" opgenomen in gouden kaders.

Ezeltje Strek Je is, net als bijvoorbeeld Kabouter Kleine Boodschap iets verderop, een beeld met bewegende onderdelen; in dit geval de kaak en de staart. Maar anders dan alle andere interactieve figuren in het Sprookjesbos wordt de beweging pas in gang gezet na een muntinworp. Evenals enkele sprookjes uitgebeeld op het Anton Pieckplein betreft het hier een automaat. Aan de achterkant van het piëdestal is de muntinworp geplaatst. Bij inworp van vijftig eurocent (vroeger: vijf guldencent), of pin-betaling, weerklinkt een kinderstem die roept: "Ezeltje, strek je!" (ingesproken door Carolien, dochter van Bart Jutte[1]). De ezel balkt, steekt zijn staart omhoog en poept een goudkleurige plastic munt die behoorlijk ver weg kan vliegen. De munten die je van de ezel krijgt zijn zogenaamde Eftelingdukaten. De munten bevinden zich in cilindrische munthouders in het voetstuk waarop de ezel staat, en worden via de linker voorpoot naar boven geblazen. De staart beweegt pneumatisch. De muntvoorraad in de sokkel is voldoende voor een normale Eftelingdag. Op zomeravonden moet men de ezel vaak tegen de avond een keer "bijvullen".

De herberg

Uithangbord

Herberg de Ersteling is een pittoresk gebouw met een rieten dak, te vinden tussen Kabouter Kleine Boodschap en het kasteel van de stiefmoeder van Sneeuwwitje. Het is een gestuukt bouwwerk met rechts een grote ronde toren met een verdieping van hout onder een pannendak, en links een gevel van stenen en op de nok van het dak een kookpot. Wat verder naar achteren zien we een rokende schoorsteen achter de dakkapel. Qua hoofdvorm en gevelritme heeft het gebouwtje veel gemeen met het belendende kasteeltje.

Bezoekers betreden de herberg door een boogpoort links, aangeduid door een uithangbord. Een deurtje geeft zicht op een privaat, en een andere doorgang leidt naar een voorvertrek waar de magische knuppel hangt. De knuppel rammelt in zijn kooi wanneer iemand de herberg binnenloopt, maar ook wanneer er in de vertelling in de volgende ruimte om zijn acte de présence wordt gevraagd. Naast de knuppel staat een vitrine waar de zak van de knuppel in te vinden is. In dit voorvertrek is al de geur van kaneel te ruiken en klinkt de historiserende fluit- en tamboerijnmuziek die in de hele herberg te horen is. Via een openstaande deur kunnen bezoekers de gelagkamer betreden.

De gelagkamer van Herberg de Ersteling

De gelagkamer is net als de voorhal een sfeervolle en betrekkelijk kleine ruimte. De ruimte is voorzien van zware houten tafels en bankjes waaraan bezoekers even plaats kunnen nemen en, op niet te drukke dagen, ook de eigenlijke voorstelling kunnen bekijken. Licht valt binnen via kleine ramen in de voorgevel en wordt aangevuld door flakkerend "kaarslicht" uit speciaal ontworpen lampen.

In de gelagkamer biedt een dubbele deur met houten borstwering uitzicht op de tweede kleermakerszoon, die achter het tovertafeltje heeft plaatsgenomen. Aan zijn voeten ligt een hondje dat zich warmt aan de nog nasmeulende as in de open haard en achter een deur gluurt de oneerlijke waard af en toe de kamer in, om meer te weten te komen over het tovertafeltje. Links geeft een trap naar de verdieping het tafereel de nodige diepte.

Voorstelling

De vertelstem van herbergier Pieter Lutz start, en in een tweetal minuten horen we een door Dennis Bots geschreven en geregisseerd hoorspel waarin het sprookje dat zich hier "lang, heel lang geleden" afspeelde, compact uit de doeken wordt gedaan. Het is één van de weinige sprookjes waarbij de bezoeker echt onderdeel is van het geheel, door zowel de mogelijkheid plaats te nemen aan de tafels in de gelagkamer, als door de manier waarop de vertelstem zich aan begin en einde van het verhaal tot de bezoeker richt.

Overzicht van de scène

Welkom edele bezoeker, in deze nederige herberg. En rust wat, zodat ik u kan verhalen over de wonderlijke dingen die hier eens gebeurden. Lang, heel lang geleden woonde in deze herberg een gemene waard. Bij hem kwamen drie zonen van een arme kleermaker. Deze hadden als beloning van hun leermeester een wonderezel; [Oudste zoon: "Ezeltje strek je!"], een tovertafeltje [tafeltje twinkelt] en een magische knuppel gekregen [knuppel rammelt in kooi]. De tweede zoon kwam in deze herberg waar de sluwe waard al eerder de wonderezel van zijn oudere broer had gestolen. "Het vuur onder de pot is al gedoofd", gromde de waard. "Nou, ik zorg wel voor mijn eigen maal", zei de zoon. De waard, die dit zeer verdacht vond, verliet de gelagkamer en legde zijn oor te luisteren tegen de deur. "Wat was het ook alweer? Uhmm. Tafeltje-dekj... Tafel... Dekje-ta... Tafeltje dek je!"

Het tafeltje dekt zich

Middels een Pepper's Ghost wordt de tafel gedekt met een kleedje en daarop een keur aan lekkernijen. De reflectie komt van een verborgen tafeltje links van het kijkraam, en de reflecterende glaswand staat diagonaal in de kamer van de zoon. Het hondje snuffelt aan de worst en blaft vrolijk.

"Goh! Mmm!"

Van achter de deur gluurt de waard de kamer in, waarbij de deur piept.

"Oh-o!"

Geschrokken laat de zoon de spijzen verdwijnen, maar het is al te laat...

Edele bezoeker, nadat de waard dit alles gehoord en gezien had, verruilde hij het tovertafeltje voor een gewoon tafeltje. Toen de jongste zoon hoorde van de diefstallen, ging ook hij naar de herberg, om de waard een lesje te leren. En riep: "Knuppeltje, uit de zak!". De knuppel ranselde de waard net zo lang [de knuppel rammelt vervaarlijk in zijn kooi] totdat hij de wonderezel en het tovertafeltje had teruggegeven. Daarna was er een groot feest en ze leefden nog lang en gelukkig!

Ach, excuseert u mij, edele gast. Ik zie, u gaat de reis voortzetten. Goede reis, en tot een volgende maal in Herberg de Ersteling!

Bezoekers kunnen bij het verlaten van de herberg door een deur nog een blik werpen op de sluwe waard die staat te luistervinken.

Het was overigens een heel bewuste keuze van Henny Knoet om het publiek in de tekst direct aan te spreken als 'edele bezoeker'. Net als in het naastgelegen kasteeltje van de stiefmoeder, waar bezoekers zichzelf in de toverspiegel zien, wilde Knoet zo de bezoeker meer bij het Sprookjesbos betrekken dan slechts als toeschouwer van een tafereel.

Muziek

De fluitmuziek in de herberg is een dans uit de de verzameling 'Terpsichore' van de Duitse renaissancecomponist Michael Praetorius uit 1612. De opname komt van het album Praetorius: Dances from Terpsichore, uitgevoerd door The New London Consort o.l.v. Philip Pickett. Het betreft hier een opname uit 1985, uitgebracht in 1986. De track die we horen is een fragment uit de zevende dans op dat album, 'Ballet des Princesses'. Een andere track van het album werd geselecteerd voor het belendende kasteeltje van de stiefmoeder. Opvallend is dat het album stamt uit het jaar waarin het sprookje eigenlijk op het programma stond voor het park.

Winter Efteling

Tijdens de Winter Efteling krijgt de ezel een krans om zijn nek gedecoreerd met kleine bosjes stro. Binnen in de herberg zijn er winterse lekkernijen, waaronder verschillende taarten, bokkenpootjes en speculaaspoppen, in de gelagkamer te vinden. Daar hangt ook een guirlande versierd met diverse groenten.

Geschiedenis

De ezel in de Speeltuin

Peter Reijnders maakt opnames van een balkende ezel

Het sprookje "Tafeltje dek je, ezeltje strek je" is sinds 1956 aanwezig in de Efteling. Op 1 april van dat jaar werd de wonderezel onthuld in de Speeltuin, naast het Theehuis. Een jaar eerder was vlakbij al de succesvolle Stenen Kip geïntroduceerd, die evenals de ezel op inworp van een muntje reageert.

De ezel is een ontwerp van Anton Pieck. Pieck bedacht voor Ezeltje Strek Je eerder een uitbeelding met de toverezel onder een geromantiseerd kasteelafdakje. Hierbij was ook een mensfiguur uit het sprookje bedacht. Op het uiteindelijke ontwerp, te zien in Kroniek van een Sprookje en te vinden in het Efteling Museum, zijn aantekeningen te lezen gericht aan Henk Knuivers voor de uitwerking, en over de techniek van het wegschieten van de munten. Er bevindt zich een holle pijp in de linkervoorpoot van de ezel, waardoor met hoge druk de munten worden geblazen.

De techniek werd bedacht door Peter Reijnders. Hij voorziet de ezel ook van het typische iii-aa. Met een wire-recorder trekt Reijnders daarvoor naar het toenmalige Tilburgse Dierenpark (tegenwoordig de campus van de Universiteit van Tilburg). Er wordt een ezel aan een boom gebonden en de recorder wordt er bij gezet. De ezel maakt echter geen geluid. Pas wanneer het dier in eenzaamheid wordt achter gelaten gaat deze balken.[2]

Nieuw geluid en andere munten


Geluid bij de Ezel, 1956-1970

Geluid bij de Ezel, 1970-heden

Omdat het oude geluidsspoor van te lage kwaliteit was, werd in 1970 de uitroep bij het sprookje opnieuw ingesproken, en wel door de achtjarige Carolien, de dochter van Bart Jutte. Ook de oorspronkelijke Reijnders-ezelopname wordt vervangen door ander gebalk, door Dré Broeders opgenomen bij de Veulenweide. Dit geluidsspoor is tot op heden te horen na inworp van een muntje/scan van een pinpas.

Eftelingdukaten

In de beginjaren zijn de munten nog van chocolade (van Ringers uit Alkmaar) met een goudkleurige folie. Ze hadden wel al het opschrift "Ezeltje Strek Je - Ducaat", het vigerende jaartal en het wapen van Loon op Zand. Sinds waarschijnlijk 1972[3] zijn de dukaten (vanaf nu ook met een K) van plastic (omdat de chocomunten plachtten te smelten in de aanvoerbuis[4]) en dragen ze verschillende sprookjesachtige afbeeldingen in reliëf. Tot in 2000 waren alle dukaten voorzien van een jaartal van uitgifte.

De knuppel in het Sprookjesmuseum

De knuppel in 1965
→
Voor meer informatie over de geschiedenis van de magische knuppel, zie Knuppel uit de Zak
Suggestie voor een behuizing van de knuppel door Anton Pieck

Vanaf ergens in de jaren vijftig of begin jaren zestig, tot aan het eind van seizoen 1998 hing in het Sprookjesmuseum (het tegenwoordige huisje van Vrouw Holle) de knuppel uit het sprookje, veilig opgesloten achter tralies met vier sloten. Wie de knuppel aan probeerde te raken werd opgeschrikt doordat deze heftig in zijn kooi begon te rammelen. In 1965 werd deze beweging toegevoegd. Anton Pieck tekende ook een suggestie voor een eigen behuizing voor de knuppel, op eendere wijze als wij hem kennen opgehangen in een poortje, de zak hangend ernaast; het geheel geplaatst in een afbrokkelende muur met een trapje ernaar toe. Dit werd niet gerealiseerd.

Verplaatsing ezel naar Herautenplein

Westzijde van het Herautenplein voor de komst van Ezeltje Strek Je
Ontwerpschets voor de knuppel

In 1984 wordt Ezeltje Strek Je verplaatst naar de westzijde van het Herautenplein, voor de grot van Sneeuwwitje, waar tot dan toe bosschages te vinden zijn. Henny Knoet dacht begin jaren tachtig een totaalplan voor de verbetering van het Herautenplein. Hierbij zou ook het sprookje van Tafeltje dek je een veel uitvoeriger en gecentraliseerde uitbeelding krijgen door de toevoeging van een herberg met het tovertafeltje. Ter voorbereiding werd de ezel al in 1984 naar een door Knoet nieuw vormgegeven deel van het plein verplaatst. De ezel zelf veranderde niet. De locatie werd nieuw bestraat en voorzien van drie ronde bloembakken met zitbanken. Onder invloed van creatief directeur Ton van de Ven verdween de rest van het voor 1986 bedachte plan echter in de ijskast.

Een obsceen tafereel is vermeden

Eind de jaren tachtig en begin de jaren negentig worden er boven en naast de staart van de ezel losse zwarte haren aangebracht, vermoedelijk ter camouflage van de anus van het dier. De lengte van deze haren varieerde doorheen de jaren, wat soms een hilarisch zicht opleverde.

Opening herberg

In 1999 werd het oorspronkelijke Herautenpleinplan van Knoet alsnog gerealiseerd. Tegelijk met het kasteeltje van de stiefmoeder van Sneeuwwitje werd aan de rand van het Herautenplein, tegen de parkgrens bij de Parkeerplaats, op 9 april Herberg de Ersteling geopend. De knuppel uit het Sprookjesmuseum kreeg een plaats in de entreehal van de herberg.

Oorspronkelijke vertelling

Exterieur van de herberg

Het verhaal dat nu wordt verteld in de gelagkamer is overigens ongeveer de helft korter dan het verhaal dat in april 1999 werd gebruikt. Omdat te weinig bezoekers bleven staan om het hele verhaal uit te luisteren en dus het effect misten van de zelfdekkende tafel, werd al in mei 1999 aan Dennis Bots gevraagd om het verhaal, net als bij het gelijk geopende Sneeuwwitje, in te korten. In dit geval werd echter niet simpelweg een gedeelte weggesneden, maar besloot Bots om zelf de tekst opnieuw te schrijven en weer met Lutz op te nemen. De eerdere versie van de tekst was niet van zijn hand.

Op een aantal punten tijdens de vertelling hoor je het neuriën van de zoon. Deze opnames, en de bezwering die hij doet om zijn tafel te dekken, zijn nog wel dezelfde als er nu te horen zijn.

De oorspronkelijke vertelling

Welkom, edele bezoeker in deze nederige herberg. En rust wat, zodat ik u kan verhalen over de wonderlijke dingen die hier lang, heel lang geleden eens gebeurden.

Het waren zware tijden, en het volk had het moeilijk. Zo was er een arme kleermaker die drie zonen had, die de wijde wereld introkken om daar hun fortuin te zoeken. De oudste zoon kwam in de leer bij een meubelmaker, de tweede bij een molenaar, en de jongste leerde het vak bij een houtsnijder. Jaren trokken voorbij, en omdat de broers erg hun best hadden gedaan, kregen ze ieder van hun leermeester een bijzondere beloning. De oudste zoon had van de meubelmaker een tafeltje gekregen. Een tovertafeltje: als je zei, "tafeltje dek je" dan vulde deze tafel zich met vorstelijke gerechten. De middelste zoon werd beloond door de molenaar met een wonderezel. Wanneer je zei, "ezeltje strek je", komen er goudstukken uit zijn achterste, haha! De jongste zoon had een knapzak gekregen, waarin een magische knuppel huisde. Als je riep, "knuppeltje, uit de zak" dan kwam hij er razendsnel uit en ranselde een belager net zo lang totdat de bezitter riep, "knuppeltje, in de zak".

Op een avond kwam hier in deze herberg, de middelste zoon aan met zijn wonderezel, op doorreis naar zijn vader. Hij vroeg om onderdak voor hem en de ezel. "Voor jou heb ik plaats, maar die ezel zet je maar buiten", gromde de waard. De zoon vond dat maar niks. Hij vertelde de waard dat dit geen gewone ezel, maar een wonderezel was. Wanneer je riep "ezeltje strek je", dan hief het beest zijn staart op, en uit zijn achterste vielen als klinkende munt tientallen goudstukken. Toen de eigenaar van deze herberg dat zag, geloofde hij zijn eigen ogen niet en dacht, "aj, zo'n beestje kan ik ook wel gebruiken". En midden in de nacht, toen de jongeheer boven in diepe rust verzonken was, verruilde de sluwe waard de wonderezel voor een gewone ezel. Toen de oudste zoon het tovertafeltje had gekregen, kwam hij in deze herberg terecht en onderging een gelijk lot. Omdat het vuur onder de pot al lang gedoofd was, zei de kleermakerszoon: "ach, ik zorg zelf wel voor mijn eigen maal". De waard, die dit zeer verdacht vond, verliet de gelagkamer maar legde zijn oor te luisteren tegen de deur.

"Waar blijftie nou? Nou, ik zorg wel voor mijn eigen maal! Ehm, wat was het ook alweer? Ehm? Ehhhh? Tafeltje dek je... tafeltje dek je... tafeltje dek je! Oh! Mmm! Oh-o!"

Edele bezoekers, nadat de waard dit alles gehoord en gezien had, verruilde hij in het holst van de nacht het tovertafeltje voor een gewoon tafeltje. Toen deze zoon het geschenk aan zijn vader wilde tonen, ontdekte ook hij het bedrog. Wat hij ook probeerde, er gebeurde niets.

De jongste zoon hoorde van de diefstallen en ging op zoek naar deze herberg. De waard was nieuwsgierig naar de inhoud van de zak, maar de jongste zoon zei niets. De diefachtige waard, die 's nachts ook deze wonderlijke beloning wilde stelen, werd verrast door de knuppel, toen de jongste zoon riep: "knuppeltje, uit de zak" en de knuppel de waard net zo lang ranselde totdat hij de wonderezel en het tovertafeltje had teruggegeven.

Toen de jongste zoon met al deze wonderbaarlijke geschenken bij zijn vader aankwam, was er reden voor een groot feest. De oude kleermaker was nou trots op zijn zonen, en ze leefden nog lang en gelukkig en al zag... excuseert u mij, edele gast. Ik zie, u gaat de reis voortzetten. Dank voor uw gewaardeerd verblijf, goede reis, en zo u wilt, tot een volgende maal in Herberg de Ersteling!

Latere aanpassingen en gebeurtenissen

De waard met het oude masker

Tijdens de eerste edities van de Winter Efteling kreeg de herberg consequent een dek van kunstsneeuw opgespoten.

Vanaf 2000 komt er rook uit de schoorsteen van de herberg.

Het gouden jubileum van de ezel in 2006 werd groots gevierd: de hele maand mei stond in het teken van de vijftigste verjaardag van Ezeltje Strek Je. Vijf jaar later werd er een promotioneel kansspel rondom de ezel georganiseerd onder de naam Ezel van Slag.

In 2009 werd de knuppel vervangen nadat deze door vandalen was gesloopt.

In de zomer van 2012 werd het masker van de gemene waard vervangen door een realistischer exemplaar. Doordat het masker soepeler is, kan het oogmechaniek eronder tegen de neus duwen. Bij het knipperen van de ogen beweegt daardoor de neus van de waard ook, alsof die moet niezen.

Vanaf 9 juli 2022 kan naast het inwerpen van muntgeld ook via contactloze pin-betaling de ezel in werking gezet worden.[5]

Het sprookje

Oorsprong

Illustratie van Anton Pieck bij de geïllustreerde Sprookjes van Grimm

Het sprookje "Tafeltje dek je, ezeltje strek je, knuppel uit de zak" is al heel oud, en in ontelbare varianten verteld en opgetekend. Het kende al vroeg een ruime verspreiding in Europa, waarbij varianten op het thema als eerste werden gepubliceerd in de Pentamerone van de Italiaan Giambattista Basile.

Het sprookje werd door de gebroeders Grimm in hun verzameling Kinder- und Hausmärchen gepubliceerd onder de titel "Tischlein deck dich, Esel streck dich, Knüppel aus dem Sack" In deze versie brengen de jongens om beurten een leugenachtige geit die kan spreken naar een stuk grasland, maar wanneer hun vader de geit 's avonds vraagt of de jongens de geit genoeg hebben laten grazen, liegt de geit dat ze nog steeds honger heeft. Daarop worden de jongens het huis uitgezet. Vooral de Vlaamse en Duitse hervertellingen van het sprookje bevatten deze inleiding. Ook de uitbeelding van het sprookje in de Wonderlijke Efteling Show bevatte deze introductie.

In een alternatieve versie van het verhaal, afkomstig van de Britse eilanden, is er niet sprake van drie zoons, maar van één zoon. Hij gaat op pad om geld te verdienen om zo te kunnen trouwen met de liefde van zijn dromen. Tussen het verkrijgen van de verschillende objecten door keert hij steeds terug naar huis, maar blijkt daar aangekomen over een waardeloos prul te beschikken, omdat de waard van de herberg waar hij overnacht net als in de Grimm-versie zijn spullen omruilt. In de Britse versie komt de jongeman echter zelf achter het bedrog, en laat de waard afranselen door de knuppel tijdens zijn laatste bezoek. Uiteraard trouwt hij uiteindelijk zijn lief. Deze versie van het sprookje is in 1889 gepubliceerd door Joseph Jacobs in zijn “English Fairy Tales”. Het is een zogenaamde “Jack Tale”, een reeks sprookjesachtige vertellingen rond de jongeman “Jack”, waartoe bijvoorbeeld ook “Jaap en de Bonenstaak” behoort

Het verhaal in de Efteling noemt de zoon met het tafeltje de 'tweede zoon', terwijl dat in de traditionele versies van het sprookje de oudste zoon is; de oudste zoon is in de Efteling degene die de wonderezel kreeg. In sprookjesboeken hanteert de Efteling wel de originele zoonsvolgorde.

Samenvatting

Illustratie door Anton Pieck voor Sprookjes van de Efteling

Drie zoons worden door hun vader de wereld ingestuurd om een vak te leren. De eerste zoon gaat in de leer bij een meubelmaker en krijgt wanneer zijn opleiding afgelopen is, als geschenk een bijzonder tafeltje mee. Als je "Tafeltje dek je!" tegen het tafeltje zegt, dan dekt de tafel zichzelf met de heerlijkste spijzen en dranken. Op weg naar huis overnacht de jongeman in een herberg. Wanneer hij aan de gasten van de herberg het tafeltje laat zien, smeedt de waard een snood plan: 's nachts, terwijl de jongeman slaapt, steelt hij het bijzondere tafeltje en zet hij een gewoon tafeltje in de plaats. Als de jongeman thuisgekomen het tafeltje aan zijn vader wil laten zien, gebeurt er niets meer.

De tweede zoon vergaat een soortgelijk lot: hij gaat in de leer bij een molenaar en krijgt als afscheidsgeschenk een bijzondere ezel. Als je "Ezeltje strek je!" tegen de ezel zegt, rollen er goudstukken uit zijn achterwerk. De jongeman overnacht in dezelfde herberg als zijn broer, en wanneer hij de waard laat zien wat het ezeltje kan, verwisselt de waard 's nachts de toverezel. Thuis toont de jongeman aan zijn broer en vader zijn geschenk, maar ook hij blijkt door de waard bedrogen te zijn.

De bedrogen zoons schrijven hun jongste broer over wat hen in de herberg is overkomen. Die zoon is in de leer gegaan bij een houtsnijder en heeft als geschenk een toverknuppel gekregen, die op het bevel "Knuppel uit de zak!" elke boosdoener in de buurt afranselt. In de herberg toont hij de waard de bijzondere knuppel, zonder echter te vertellen waarvoor hij dient. Opnieuw probeert de waard de knuppel te verwisselen, maar deze keer is de jongeman hem te snel af. Zodra de waard zijn kamer binnensluipt schreeuwt hij: "Knuppel uit de zak!" De waard wordt net zolang afgeranseld tot hij de diefstal van het tafeltje en het ezeltje bekent en de jongeman de gestolen goederen teruggeeft. De vader en zijn drie zonen leefden nog lang en gelukkig.

In de Eftelingse media

In het park

Locatie van het sprookjesboek

Bij de uitbeelding in het Sprookjesbos staat een kunststof sprookjesboek opgesteld waarin een korte samenvatting van het sprookje staat in vier talen: Nederlands, Frans, Duits en Engels. De titel van het sprookje in deze talen luidt:

  • 20px-NLvlag.png Tafeltje dek je, Ezeltje strek je
  • 20px-VKvlag.png Table be laid, Donkey lift your Tail
  • 20px-Dvlag.png Tischlein deck dich, Eselchen streck dich
  • 20px-Fvlag.png La Petite Table, l'Ane et le Bâton

Het boek werd geplaatst in 2016.

Sprookjesboek Tafeltje Dek Je

De Nederlandse tekst:

De kleermakerszoon overnachtte in de herberg en riep: "Tafeltje... dek je!" Op het tovertafeltje, dat hij als werkloon had gekregen, verschenen uit het niets de heerlijkste gerechten... De waard was verbaasd. Die nacht wisselde hij het tovertafeltje om voor een gewoon tafeltje. De tweede kleermakerszoon kreeg een wonderezeltje, dat gouden munten poepte als de jongen "Ezeltje... strek je!" riep. Nadat het dier door de waard werd verwisseld kwam ook deze zoon bedrogen thuis bij zijn vader. De derde zoon bezocht de herberg met een magische knuppel... En dát heeft die oneerlijke waard geweten!

In boeken

Deel 6 in de eerste serie Gouden Boekjes

In hoorspelen en luisterboeken

Theater

  • In de Wonderlijke Efteling Show (2002-2004) is "Tafeltje dek je", samen met "De Gelaarsde Kat'", één van de twee sprookjes die ten tonele worden gebracht. Het sprookje in de show wijkt echter sterk af van de versie in het Sprookjesbos; zo heeft de kleermaker geen drie zonen, maar een zoon en een dochter, worden de tafel en de ezel niet omgewisseld door een waard van een herberg, maar wordt de tafel gestolen door een dief en moet de ezel hooi worden gevoerd om te kunnen presteren. Er is al helemaal geen sprake van de knuppel.

Op televisie

  • De televisieserie Sprookjes (2004) besteedt ook een aflevering aan "Tafeltje dek je". Het sprookje is te vinden op de tweede DVD en blijft de versie uit de sprookjesboeken van de Efteling trouw.
  • In Sprookjesboom is Ezel een vaak terugkerend figuur.

Souvenirs en drukwerk

  • De wonderezel is een aantal maal als beeldje uitgebracht in de souvenirwinkels van het park.
  • Natuurlijk produceert Ezeltje Strek Je zelf Eftelingsouvenirs, waarop hij ook zelf staat als één van de tien afbeeldingen.
  • Ezel uit Sprookjesboom heeft ook eigen merchandise.

Wetenswaardigheden

Knuppelvormige klink
  • Een leuk detail in de uitvoering is dat de deurklinken in de herberg gevormd zijn naar een hand die een knuppel vasthoudt.
  • De naam van de herberg (spreek uit: Eersteling) is overigens een verwijzing naar het woord waar de naam "Efteling" vandaan komt. Zie ook: Efteling (herkomst naam).
  • Sinds 2009 is er een tweede uitbeelding van de knuppel te vinden in In den Ouden Marskramer. Het hoofd van de knuppel steekt uit boven een grote papierrol.

Zie ook

  1. Correspondentie Eftepedia met Marlies Jutte (2023)
  2. Henk vanden Diepstraten: De Efteling/Kroniek van een Sprookje. Baarn: Tirion (2002), p. 36
  3. Efteling: De tentoonstelling, Het Noordbrabants Museum (2023)
  4. Bram van Binnendijk: Herinneringen aan Theo Hochwald (2022), p. 96
  5. Efteling Blog: Heb je even geen cent te makken? De Ezel kan vanaf 9 juli ook contactloos munten kakken! (1 juli 2022)