Martine Bijl
Bijl met Anton Pieck in 1984
Bijl met Anton Pieck in 1984
Volledige naam Martine Catherina Maria Bijl
Geboren 19 mrt 1948
Overleden 30 mei 2019
Beroep zangeres, actrice, schrijfster
Bekend als Auteur van o.a. Sprookjes van de Efteling
Personen

Martine Catharina Maria Bijl (Amsterdam, 19 maart 1948 - Maarssen, 30 mei 2019) was een Nederlands zangeres, actrice, schrijfster en cabaretière. Ze was een goede vriendin van Anton Pieck en is auteur van twee Efteling-boeken.

Carrière

In 1965 werd Martine Bijl op zeventienjarige ontdekt als zangeres. Ze had een aantal hits met lieflijke liedjes en won ook een Edison. Vanaf 1971 word ze echt een bekende Nederlander als ze vast panellid wordt van het tv-programma 'Wie van de drie'. Vervolgens kreeg ze ook een eigen tv-programma 'Martine'. Ze wint daarmee de Televizierring.

Tussen 1983 en 1990 staat ze in het theater met vier eigen cabaretvoorstellingen. Vanaf 1990 wordt ze ook het gezicht van de commercials van groenteconservenmerk Hak. Dat zou ze 27 jaar lang zijn. In 1993 bewerkt ze de tv-comedy 'Het Zonnetje in Huis' waarin ze zelf ook een van de hoofdrollen vertolkt. Deze serie is tot 2003 te zien. Rond het jaar 2000 start ze met het vertalen van diverse grote musicals naar het Nederlands en is ze enkele jaren lang behoudens de reclames niet meer publiek actief. In 2013 maakt ze een come-back op televisie met de taartenstrijd Heel Holland Bakt, die ook met name door haar presentatie een grote populariteit verwerft.

Werk voor de Efteling

Sprookjes van de Efteling

Martine Bijl heeft twee boeken voor de Efteling geschreven. Het eerste, Sprookjes van de Efteling stamt uit 1974 en is een onvervalst sprookjesboek waarin diverse vertellingen te vinden zijn die in de Efteling worden uitgebeeld. Buiten een bewerking van de verhalen van de gebroeders Grimm en Koningin Fabiola schreef Martine Bijl zélf ook twee sprookjes, te weten "De Tuinman en de Fakir" en "De Gouden Stemvork". Het blijft decennialang hét Efteling-sprookjesboek en wordt nog tot in 2008 herdrukt.

Bijl en Pieck op het podium bij de Sprookjestekenwedstrijd

In 1980 opent ze samen met Anton Pieck de uitbreiding op het Kabouterdorp en jureert ze de Sprookjestekenwedstrijd.

Negen jaar na haar eerste sprookjesboek, in 1982, schreef Martine Bijl het door Anton Pieck geïllustreerde Wonderbaarlijke Geschiedenis van de Efteling, een sprookjesachtig verhaal over het ontstaan van de Efteling, waarin feiten en fictie met elkaar worden verweven.

In 1984, bij de viering van de negentigste verjaardag van Anton Pieck verzorgt Martine Bijl de uitreiking van de eerste uitgave van de herdruk van De Sprookjes van Grimm.[1]

Andere sprookjesuitgaven

Er was eens een prins…

Naast Sprookjes van de Efteling heeft Martine Bijl nog meer sprookjesuitgaven op haar naam. Al in 1969 (eenentwintig jaar oud) schreef ze Elfje Twaalfje, een boekje met illustraties van haar eigen hand met een grammofoonplaat met door haarzelf gezongen versjes.

In het Andersenjaar 1975, toen werd herdacht dat Hans Christian Andersen 100 jaar geleden was gestorven, gaf Amsterdam Boek een losbladige editie uit van de Sprookjes van Andersen, verteld door Martine Bijl en met tekeningen van Eppo Doeve. Deze reeks omvatte in totaal 71 sprookjes, een grote bloemlezing dus uit het werk van Andersen. De wekelijkse afleveringen zijn in 1976 in twee gebonden delen op de markt gebracht.

In 2011 schreef ze voor Douwe Egberts twee boekjes met ieder vijf bekende sprookjes op rijm: Er was eens… en Lang geleden…, geïllustreerd door Noëlle Smit en in 2015 heruitgebracht door Gottmer in groot formaat onder de titel Er was eens een prins en die wou een prinses; zeven sprookjes op rijm. Bijgesloten in dit boek is een CD waarop alle tien sprookjes uit de oorspronkelijke boekjes door haarzelf worden voorgelezen.

Overlijden

In september 2015 werd ze getroffen door een hersenbloeding, waarna ze niet meer publiek optrad. Haar presentatiewerk van Heel Holland Bakt werd overgenomen door André van Duin. Op 30 mei 2019 overleed ze aan de gevolgen van de hersenbloeding.

  1. Nederlands Dagblad: fotobijschrift (29 september 1984)