De Vliegende Hollander | |
---|---|
De Vliegende Hollander | |
Locatie | Ruigrijk |
Type | Walkthrough, darkride en watercoaster |
Ontwerp | Karel Willemen |
Bouwer | Kumbak Coasters, Intamin en Efteling |
Geopend | 1 april 2007 |
Opening | 17 juni 2007 |
Horeca | Kombuys |
Winkel | 't Boeghbeeld |
Thema | Gouden Eeuw / Vliegende Hollander |
Verhaal | De sage van De Vliegende Hollander |
Muziek | René Merkelbach |
Kosten | Minstens € 20 miljoen |
Hoogste snelheid | 70 km/u |
Hoogste punt | toren 22,5 meter baan 18 meter |
Baanlengte | 420 meter |
Ritduur | 3:43 minuten |
G-krachten | 2 + |
Aantal inversies | 0 |
Aantal boten | 11 boten |
Capaciteit | 1900 per uur (theoretisch), in de praktijk 1000 |
Minimumlengte | 1,20 meter |
Single riders | ja |
Opvolger van | Zwembad Zomertheater Zonneweide |
Attracties |
De Vliegende Hollander is een attractie in Ruigrijk die bestaat uit een combinatie van diverse attractietypes, te weten een walkthrough, een darkride en een watercoaster. Het thema van de attractie is de gelijknamige sage over een spookschip uit de Gouden Eeuw en speelt zich dan ook af in 1679.
Inhoud
Omschrijving
De attractie ligt aan het waterlichaam centraal in Ruigrijk, de voormalige Kanovijver. Voor de ingang bevindt zich het Vliegende Hollanderplein met onder meer balieverkoop De Kombuys, verkoopkarren en een waterpomp. Ook de buitenwachtrij is hier aangelegd. De oost- en zuidgevel van het attractiegebouw stellen een havenstadje voor: de inwoners hebben zich zelfs door hun schepen laten inspireren voor de architectuur van hun woningen. Een statig huis springt eruit: dat van kapitein Willem van der Decken.
Links ervan gaat een stenen trap omhoog naar een galerij achter de kantelen van wat lijkt op een kade. We kunnen hier langs de voordeuren lopen en zelfs aan de deurbellen klingelen. Op de muur van de omloop staan grote stenen leeuwenbeelden met een wapenschild met daarop het attractielogo dat lijkt op het VOC-logo: VHE, Vliegende Hollander Efteling. Dit logo komt op veel plaatsen rond de attractie terug, maar het is niet evident hoe dit verder in het verhaal te plaatsen is.
De omloop rechts om de hoek volgend komen we langs nog meer ramen en deuren. Sommige panden hebben een uithangbord: 'Het Gulden Galjoen', 'De Zandlooper'. Helemaal achteraan komen we bij een hoge toren met een schuine, slurfachtige houtconstructie ertegenaan. Onder deze constructie door hebben we uitzicht op een duinlandschap waar het buitengedeelte van de achtbaan doorheen raast.
Terugkerend kunnen we een stenen trap afdalen en komen we bij het pleintje aan de uitgang van de attractie, met links het afdak van 't Boeghbeeld en rechts uitzicht op het water met aan de overkant Joris en de Draak. Om de zoveel tijd landt in het water een boot met een grote splash. Centraal op het pleintje staat een (niet functionele) waterpomp en in een hoek staan vaten en kisten. Via twee brede treden alsook een helling kunnen we terugkeren naar het voorplein.
- De Hollander bij avond
Buitenwachtrij
De ingang bevindt zich voor de oostgevel, vlak voor de woning van Willem van der Decken, en wordt gemarkeerd door een gethematiseerd wachttijdschild. Hier kan gekozen worden om de reguliere wachtrij te betreden of, mits geopend, de single riders-wachtrij. Er is ook een aparte mindervalidenwachtrij. Personeel controleert bezoekers op minimumlengte middels een gethematiseerde meetpaal. Voor hen is tevens een losstaand wachthuisje aanwezig om indien nodig te kunnen schuilen.
De reguliere wachtrij is als een labyrint door de voortuin van de woning met bloemenperken en lage hagen. Hiertussen zijn kleine open plekken gecreëerd waar tussen zwart hekwerk wordt gemeanderd. Her en der zijn ook vaten en lantaarns te vinden. Het zicht op de ongethematiseerde rechterhelft van de oostgevel wordt geblokkeerd door een stadsmuur met op de pilaren wederom stenen leeuwen met wapenschild. In de muur zit een gat waardoor single riders direct toegang krijgen tot het laatste gedeelte van de wachtrij. De mindervalidenwachtrij loopt, met een helling omlaag, achter de stadsmuur en vervolgt zich onder de reguliere wachtrij door om direct bij het station uit te komen.
Huize Willem van der Decken
De wachtrij leidt naar de voordeur van Van der Decken, aan weerszijden verdedigd door leeuwenbeelden. Boven de open deur prijkt het bouwjaar 1670. Als we het huis betreden begint het walkthrough-gedeelte.
Binnen komt ons een onheilspellende geur tegemoet: brand! De kamer waarin we gestapt zijn is leeg en zwartgeblakerd. In het roet op de muur zijn gezichten te herkennen. Aan de muur resteert een schilderij van Van der Decken (van de hand van Bernadet Willemen, waarvoor haar broer de attractieontwerper model zat) en in een hoek staat het dagboek opgesteld van de vrouw van Van der Decken, Catharina. We horen haar als ze zich zangmatig (met de stem van Martine Grünwald) beklaagt over de ontstentenis van haar man:
Willem van der Decken, toe zeg mij waar gij zijt gebleven
Vertrokken in een zware storm, het is precies een jaar geleden
Ze zeggen dat gij, voor altijd en eeuwig zult varen
Dat gij, vervloekt en als kwelgeest, rond zult dwalen
Aan de muur hangt een wit plakkaat voorzien van rode lakzegels, waarop het verhaal nog eens bondig is samengevat. Toevallig of niet, de tekst correspondeert qua metrum met de hoofdthemamuziek van de attractie.
Kapitein Van der Decken met Paesen voer uit,
In striemende stormwind verliet hij zijn bruid.
Zijn schip verkoos brandend de woelige baeren,
Gedoemd een fantoom te zijn, eeuwig te vaeren.
Verlaet ghy de haven bij Maenlooze nacht,
Ontwaekt een groot onheil daer op u wacht.
Den Hollander, speeltuigh der duivelse lust,
Verscheynt in het duister, en nimmer vint rust...
Door een deur betreden we een tweede, kleinere geblakerde ruimte. De vele boeken in de kasten doen vermoeden dat het hier een bibliotheek betreft. Op de planken staan zeevaartklassiekers als de 'Itinerario' van Jan Huygen van Linschoten, over zijn reis naar Goa.
Voor ons zien we boven een secretaire een grote geornamenteerde ovale spiegel waarin we onszelf gereflecteerd zien. Van tijd tot tijd horen we Van der Deckens stem (Ik zal varen!), en duikt in het spiegelbeeld het hoofd van de kapitein op, met grimmige blik, oplichtende ogen en spookachtig paars aangelicht. De route lijkt dood te lopen, dus we draaien ons weer om. Rechts naast de deur waardoor we binnenkwamen, bevindt zich een groot schilderij van een VOC-schip. Het is een afbeelding van ‘s-Lands Schip van Oorlog Delft uit 1783. Bij nadere inspectie blijkt het doek echter gescheurd en kunnen we er doorheen stappen.
Smokkelgang
Aan gene zijde van het canvas blijkt zich een lage gang te bevinden, een uitgegraven tunnel. Als we iets verder lopen, hebben we links een doorkijkje naar een opslagplaats. Allerlei gouden voorwerpen liggen hier opgestapeld, waaronder een buste van de kapitein zelf. (Dit beeld is een kopie van het borstbeeld van de Franse minister Jean-Baptiste Colbert door de beeldhouwer Antoine Coysevox, dat zich in het Louvre bevindt. Het is, net als veel andere voorwerpen in de ruimte, door de Efteling gekocht op een tweedehands markt en voor deze gelegenheid voorzien van een Vliegende Hollander-embleem op de jas.) Het gaat ons dagen: we bevinden ons in een smokkelgang! De kapitein leidt een dubbelleven als een smokkelaar.
Op dat moment schrikken we op. Van boven het plafond van de gang komt rook en rood en geel flakkerend licht. Het lijkt wel even of de hele gang in brand staat. We horen ook de bulderende stem van de roverskapitein:
Niets of niemand, geen sterveling zal mij ervan weerhouden morgen uit te varen.
Ik zal varen, storm of geen storm, Pasen of geen Pasen, verbod of geen verbod, al is het tot den eeuwigheid.
Ik zal varen!
Na een paar seconden lijkt het echter weer veilig en we lopen verder. Aan het einde van de gang zitten aan linkerzijde een set gesloten deuren, een nooduitgang die uitkomt op het plein voor de attractie. Aan de rechterhand maken we met een paar traptreden een draai. Via een ijzeren hek betreden we een opslagruimte.
Havenhuisjes
De kleine opslagruimte geeft nog niet veel weg over waar we zijn aangeland. We zien wat generiek opbergmateriaal zoals kisten en tonnen. Dat wordt anders als we door een deur in de volgende ruimte komen. Het is een klein, morsig café! We horen de zeelui meelallen op de themamuziek (ingesproken door het ontwerpteam van de Efteling), en overal staan aardewerken mokken met het VOC-logo. Door de ramen kunnen we alvast een vluchtige blik werpen op wat de haven van het stadje lijkt te zijn. Zo te zien bevinden we ons op de eerste verdieping. Ook lijkt het inmiddels avond te zijn geworden.
Lopende langs de onbemande toog betreden we het volgende pand, wat wederom een kleine opslagruimte is. Ook de volgende, grotere ruimte dient als opslag en geeft weer uitzicht op de haven. Boven ons hoofd zwiept vervaarlijk een kist heen en weer.
Daarna komen we in een relatief kale gang, waarin we enkele treden afdalen. De trap is met een hekwerk gescheiden daar hier de single riders-wachtrij, mits geopend, wordt samengevoegd. In dat geval staat beneden aan de trap een grouper.
Tegenover de trap hangt onder een houten afdakje een beeldscherm. Hierop wordt het verhaal van de attractie nogmaals expliciet verteld. Dit gebeurt middels enkele zinnen die in beeld verschijnen, geïllustreerd door het toneelspel uit de making-of en de 3D-animatie van het spookschip, die tot 2023 ook in de darkridescène te zien was.
Opstaphaven
We slaan linksaf en komen op een bordes met uitzicht over de opstaphaven, het station van de attractie. Recht tegenover ons zien we een stevige stadsmuur; ter linker- en rechterzijde havenhuisjes. Door de trap rechts dan wel links af te dalen komen we op de kade: rechts voor perron 1 en links voor perron 2.
Aan de linkerkade vinden we het het café waar we ons net in bevonden en deze blijkt Drinkerij Oeverloos geheten. Een ander uithangbord, ongeveer ter hoogte van de opslagruimte, maakt reclame voor Het Oorlam. Op de rechterkade vermeldt een ander uithangbord ‘Booter bij den Visch’.
Aan beide zijden van de haven is een apart uitstap- en instapstation zodat boten altijd leeg arriveren, gereed voor vertrek. In elke sloep kunnen 14 personen plaatsnemen, in rijen in 3-4-3-4-opstelling. De achterste twee rijen zijn geplaatst op een verhoging zodat iedereen alles goed kan zien. Voorin de sloep houdt een leeuwenkop een lantaarn vast. De sloepen vertrekken om en om, na goedkeuring van de havenmeester in de controleruimte linksboven het bordes. Als onze sloep vertrekt varen we onder het bordes door de nacht in.
- De opstaphaven in beeld
Darkride
De haven doorvarend zien we aan weerszijden twee grote VOC-schepen afgemeerd. Op het rechterschip is de bemanning een lekke emmer aan het optakelen. Iets om dit schip heenvarend bereiken we een houten sluis die zich voor ons opent. We gaan buitengaats.
Eenmaal op open zee is het stikdonker. In de verte horen we nog een scheepsbel luiden. Het weer is nog wel helder, blijkens enkele sterren die zich aan de hemel vertonen. Al snel varen we echter een mistbank binnen, zo dicht dat we de lamp in onze sloep nauwelijks meer zien.
Zodra we de mistbank verlaten hebben doemen uit het niets scheepswrakken op, voorzien van identieke borstbeelden van een vrouw met engelenvleugels en angstaanjagende oplichtende ogen. De boot vaart door dit scheepskerkhof, onderwijl spat water op, onweert het en zijn er nog mistflarden.
Dan volgt de encounter-scène: onze boot stevent af op de grote romp van de Hollander. Deze heeft een boegbeeld van een leeuw met oplichtende ogen. Als we het benaderen wordt de belichting steeds roder. We schieten door een gat met rood aangelichte rook in de romp naar binnen en vallen een stuk naar beneden, om daarna een klein stukje omhoog te gaan en met een keiharde ruk stil te vallen.
We bevinden ons op de lift met een hoek van 45 graden onderin de toren, omringd door een brandend scheepswrak. Af en toe licht het wrak op met een bliksemflits. Tussen het gedonder en knetterend vuur door is de lach van Willem van der Decken te horen, ingesproken door Henny Knoet.
Dan treedt de lift in werking. We worden rap omhoog getakeld terwijl de muziek instart. Martine Grünwald en René Merkelbach zingen ons op Orffiaanse wijze toe in het Latijn:
enervis vos videor
ego expectata vos
in vestri abyssus
pro infinitio
dat je zou kunnen vertalen als "jullie lijken onmachtig / ik verwachtte jullie / in jullie afgrond / voor het oneindige".
Wederom is de lach van Van der Decken te horen en hij roept ons toe: Ook gij zult varen tot het einde der tijden! Hahaha!.
Buitenbaan
Op dat moment openen de twee deuren bovenin de toren zich en zien we opeens Joris en de Draak voor ons. We dalen snel en scherp af, neigend naar rechts, en duiken direct een met mist gevuld tunneltje in. Weer uit het tunneltje rijden we door een typisch Hollands duinlandschap met helm, duindoorn en dennen. De sloep gaat uiterst langzaam door een hoefijzervormig deel van de baan, waarbij hij bijna op zijn linkerzijde hangt. Door een klein dalletje komen we in een rechthoekig huisje, dat, als we niet beter wisten, haast lijkt te zijn gebouwd om een remsectie te bevatten.
Aan de andere zijde van dit huisje duiken we nog even snel naar beneden, terwijl er een actiefoto van ons wordt gemaakt. Over een heuveltje landen we vervolgens in het water van de voormalige Kanovijver, terwijl het water aan weerszijden van onze sloep, maar niet aan de voorzijde, opspat.
De boot remt af en zakt na de splash iets dieper in het water. Hij maakt een ruime bocht linksom langs het terras van de Kombuys, zodat we zicht hebben op de toren en de volgende in het water landende boot. Daarna varen we onder het zijplein van de attractie een poort binnen.
Door een wat onbestemde ruimte met schalen aan het plafond komen we uiteindelijk weer uit in de haven waar we ook uitvoeren. Of we aan dezelfde kant uitkomen hangt af van hoeveel voertuigen in gebruik zijn. We verlaten de boot weer en stappen de kade op. Een stenen trap achter ons leidt naar souvenirwinkel 't Boeghbeeld, waar ook de actiefoto te bekijken is. Onder een overkapping door kunnen we weer naar buiten en komen we uit op het zijplein van het havenstadje.
Geschiedenis
Voorgeschiedenis
De geschiedenis van een waterattractie op de plek van De Vliegende Hollander begint al in 1953, als op deze locatie het zwembad geopend wordt. Decennialang is dit de plek in de Efteling voor verkoeling op warme zomerdagen. Tanende populariteit leidt er echter toe dat in 1989 de stop eruit getrokken wordt. Tot 2001 worden in de oude zwembadbak parkshows opgevoerd, waarna het terrein vrij kwam te liggen en afwisselend gebruikt werd voor evenementen en als zonneweide.
Al in 2000 werkte toen nog stagiair Michel den Dulk aan een ontwerp voor een attractie op deze plek, een uitwerking van een eerder idee van Ton van de Ven en Lex Lemmens: De Toorn der Goden: een bergattractie met water, wind en vuureffecten.[1] Dit idee kwam niet verder dan een directiepresentatie. Rond 2002 gingen de voorbereidingen voor een nieuwe attractie op de plek van de zonneweide verder. Verschillende ideeën worden voorgesteld. Ook Den Dulk kwam weer met een idee:[2] een 'dive coaster' in het thema van een vervallen centrale.
Het was echter Olaf Vugts die werd geïnspireerd door Splash Mountain, een toenmalige attractie rondom Broer Konijn en co in de parken van Disney (nu Tiana's Bayou Adventure geheten), en met het idee voor een splash-gebaseerde attractie kwam. Het ontwerpteam ging aanvankelijk aan de slag met een oud, curieus idee van Ton van de Ven: De Verzonken Kathedraal, waarin de bezoekers in omgevallen drijvende biechtstoelen door een ondergelopen kerk zouden varen. Omdat Vugts dit verhaal lastig te vermarkten vond, kwam hij in plaats daarvan met de legende van De Vliegende Hollander op de proppen. Alhoewel het verhaal relatief onbekend is bij het publiek, is de naam wel wereldwijd bekend.
Dit idee werd verder uitgewerkt door Karel Willemen. In april 2004 kwam het nieuws van de nieuwe attractie naar buiten en in november van dat jaar bevestigt de Efteling dat de attractie gepland staat voor opening in voorjaar 2006.
Initieel zijn de plannen voor de Vliegende Hollander grootser dan wat uiteindelijk wordt gerealiseerd. Er is sprake van (overdekte) horeca in het attractiegebouw in plaats van daarbuiten en een inpandige winkel (hoewel deze wens later met 't Boeghbeeld nog enigszins vervuld zou worden). De coaster zelf zou twee verticale liften en elf darkride-scènes (waaronder een open polderlandschap en een flinke haven) bevatten alsook een plotselinge drop over de rand van een waterval. Deze variant wordt doorgerekend maar kost € 38 miljoen, ongeveer het dubbele van wat men wil besteden.[3]
- Vroege ontwerpen
Ergens in het ontwerpproces wordt ook besloten om het oorspronkelijke idee van boten die los kunnen varen (en slechts ten dele een track volgen) te verlaten, en de hele gehele rit op basis van achtbaantrack uit te voeren. Vooral voor alle showtiming is deze keuze belangrijk. In een wat latere variant zijn de secties binnen teruggebracht tot het definitieve aantal, maar is er buiten nog sprake van meer baan in het duinlandschap, waaronder een extra helix en een tweede tunnel.
Ontwerp
Uiteindelijk komt men, om technische en budgettaire redenen, tot de zeer compacte layout zoals die nu in het park te vinden is.[4] Karel Willemen en regisseur Dennis Bots die hem helpt bij de verhaallijn, besluiten om de overgebleven scènes 'filmisch' op te zetten: een open zee zonder zichtbaar einde, een beklemmende mistbank en een spectaculaire 'encounter' met het spookschip waarin filmtechniek een centrale rol speelt. Hiervoor wordt een 3D-animatie van de hele attractie uitgewerkt.
- Ontwerpen van Willemen
Ter inspiratie op het ontwerp van de attractie brengen Willemen en het team een aantal maal een bezoek aan de Bataviawerf in Lelystad. Hier ligt de replica van VOC-schip Batavia voor anker, en bouwt men aan een replica van oorlogsschip de Zeven Provinciën. Op de werf koopt men authentieke rekwisieten, en maakt men kennis met de typerende geur van het touwsmeermiddel lapzalf, die men ook in de attractie zal toepassen. Andere rekwisieten worden betrokken van De Stip International in het Belgische Poppel. Meer dan honderd verschillende ornamenten in de attractie worden (sommige in grote aantallen) in eigen huis ontworpen en uitgevoerd.
Tegenspoed bij de bouw
Voor het leveren van de achtbaantechniek zijn twee leveranciers in de race: het degelijke MACK Rides, dat speciaal een nieuw systeem wil ontwikkelen waarbij de boten middels stangen aan een wagentje vastzitten en zo een goede 'vaarillusie' kunnen geven in de waterdelen, en het jonge KumbaK. Er wordt op voordracht van Lex Lemmens gekozen voor KumbaK, dat zich uitstekend weet te presenteren. Alhoewel het bedrijf een afsplitsing is van de ervaren bouwer Vekoma heeft het op dat moment nog weinig attracties van dergelijke omvang gebouwd. De keuze voor deze bouwer zal er, samen met vernieuwende baanelementen en hoge eisen van de Efteling toe leiden dat het bouwproces zeer moeizaam verloopt.
In februari 2005 vangt de bouw aan. Die verloopt de eerste maanden voorspoedig. Op 21 oktober wordt de bouwplaats echter getroffen door een ernstig ongeluk in de tunnel: bouwvakker Jac Jansen komt om het leven als de steiger waarop hij aan het werk is plotseling instort.
Een grote presentatie voor de pers wordt gehouden op 21 januari 2006. Ronald van der Zijl en Erik van den Brand vertellen over de totstandkoming en de attractiebeleving en de eerste tekeningen worden gepubliceerd. Niet kort na deze feestelijke bijeenkomst ontstaat er echter grote onenigheid tussen de Efteling en KumbaK. Het bedrijf had eerder al de nieuwe Pythontreinen geleverd waar diverse gebreken aan geconstateerd werden en nu wilde het een prijsverhoging van 20% voor het werk aan De Vliegende Hollander. Het bouwen van de lifthill is flink vertraagd en deze arriveert te laat op het bouwterrein. Pas als die geplaatst is, kan het gebouw dichtgemaakt worden.
- De bouw in beeld
Horseshoe- en lifthilldrama
De attractie zou volgens schema op 16 april 2006 moeten openen. Na het gesteggel over het contract, diende zich een nieuw probleem aan. De sloepen haalden de top van een heuvel in de baan, de horseshoe, niet en rolden achterwaarts terug. Het probleem werd gevonden in een teveel aan wrijving, en het vervangen van de wielen bracht hiervoor een oplossing.
Het grootste technische probleem is echter het aanhaken op de lifthill. De bootjes zouden na het darkride-gedeelte een kuil induiken om vervolgens in een hoek van 45 graden op de lifthill te komen, die ze met 3 m/s naar boven takelt. Bij het aanhaken van de bootjes op de lifthill ontstaat echter een harde klap op de anti-rollback-haken en de passagiers, dermate hard dat het niet te verantwoorden is de attractie in deze staat te openen.
De opening wordt eerst enkele weken, tot begin juni, uitgesteld. KumbaK krijgt een dwangsom opgelegd van duizend euro per dag vertraging, maar het lukt het bedrijf niet om het probleem op te lossen. Op 21 juni 2006 neemt de Efteling het dramatische besluit om de attractie dit seizoen niet meer te openen.
De grote attractiebouwer Intamin uit Zwitserland, eerder verantwoordelijk voor wél werkende attracties als Fata Morgana, Bob en Piraña, wordt ingehuurd om in plaats van KumbaK een oplossing voor het probleem te verzinnen.
Zij komen in de herfst van 2006 met de oplossing: een systeem met een vin en zes aangrijpblokken zorgt ervoor dat de sloep eerst tot stilstand komt op de lifthill, om vervolgens 'opgepikt' te worden door de ketting. De klap is nog steeds wel hard -van een vloeiende overgang van varen naar vliegen is geen sprake- maar veroorzaakt niettemin geen dwarslaesies. Omdat de attractie verder goeddeels af is, kan de oplossing snel geïmplementeerd worden voor de start van het nieuwe zomerseizoen. Keuringsinstituut Det Norske Veritas (DNV) heeft er vertrouwen in en keurt de attractie op 24 januari 2007 goed.
Gedurende seizoen 2006 was het exterieur van de attractie alsook het duinpad erachter reeds compleet en toegankelijk voor bezoekers.
- Het duinpad net opgeleverd
Boegbeelden
Een ander element op de lifthill dat problematisch zal blijken te zijn, zijn de dramatische VOC-boegbeelden die zich over de boot moeten buigen en de illusie van "vallende beelden" in de stortvloed van de onderwereld moeten scheppen. Op ontwerpen zijn ze te zien met theatrale verlichting, en de beelden worden ook daadwerkelijk in de attractie aangebracht. Bij de opening waren ze echter niet te zien, volgens betrokkenen bij het project destijds omdat ze binnen het voor goedkeuring benodigde 'profiel van vrije ruimte' (de aanraakafstand vanuit de boot) bleken te vallen.
Volgens de Efteling zelf lagen er technische én thematische redenen aan ten grondslag.[5] Er werden doeken voor de beelden gehangen zodat ze niet opvielen vanuit het bootje.[6] In de loop van het eerste seizoen dat de attractie open was zijn de beelden uiteindelijk verwijderd. Ze lagen vervolgens vijftien jaar in het Rekwisietenmagazijn. In 2023 kwamen ze opeens van pas bij het vernieuwen van wat nu de scheepskerkhofscène is, waar er sindsdien drie te zien zijn.
Vuil water
Enkele weken voor de geplande opening bemerkt de Efteling dat het water van de buitenvijver, waar bezoekers in zullen splashen, enorm vuil en troebel is.[7] Door het bewegen van de boten komt het zand op de bodem los. Men besluit de vijver voor de zoveelste keer leeg te pompen, zodat er beton kan worden gestort in de vijverbak. Ondertussen wordt de toegangsweg voor werkverkeer achter de Pegasus, die inmiddels al was verdwenen, opnieuw aangelegd. Op maandag 12 maart 2007 beginnen bouwvakkers met het storten van beton. Dinsdagochtend is het werk klaar.
Opening, storingen, sluiting
Voor de pers wordt een preview georganiseerd op 24 maart 2007, en een week later opent de attractie nu wel voor het publiek. De eerste reacties zijn gemengd. Lof is er voor de kwaliteit van de thematisering in de wachtrij en voor de soundscaping van René Merkelbach. Kritiek is er op het wat tamme buitengedeelte maar met name op het anticlimatische darkridegedeelte, waar het vooral erg donker is. Op 17 juni wordt De Vliegende Hollander officieel geopend door Wubbo Ockels.
De vloek, of technisch onvermogen, blijft de attractie teisteren. De attractie kent veel problemen tijdens het draaien en de storingen volgen elkaar in hoog tempo op. Aan het eind van het zomerseizoen van 2007 sluit de Efteling de attractie wederom. De ketting buiten wordt vernieuwd en er wordt een betonnen bak rond de ketting gemaakt zodat bij een probleem niet de hele vijver leeggepompt hoeft te worden om de ketting te kunnen bereiken.
Vanaf seizoen 2008 is de attractie weer open. Tijdens Winter Eftelingen bleef hij, in tegenstelling tot de oorspronkelijke plannen, echter gesloten. Een voortaan jaarlijks terugkerend ritueel in deze periode is een behoorlijk grote onderhoudsklus aan het ritsysteem, waarmee De Vliegende Hollander duidelijk een zorgenkind blijft. In 2019 was de Vliegende Hollander voor het eerst in zijn geschiedenis wel geopend tijdens de Winter Efteling, als het weer dat toeliet. Het onderhoud begon toen later op 6 januari 2020. In de storingsstatistieken van het park prijkt de attractie ook in de zomerperiode nog immer bovenaan. Het is mede de reden waarom het park voor volgende grote attracties alleen nog een beroep doet op zeer gerenommeerde fabrikanten als Great Coasters International, WET en Bolliger & Mabillard.
Latere aanpassingen
Voor de heropening in het seizoen van 2009 werden in de wachtrij twee tv-schermen geplaatst die het verhaal van de attractie duidelijker moeten maken. De schermen zijn verwerkt in de muur in de laatste rechthoekige gang voor het bordes en de uitleg is in het Nederlands en Engels.
Eveneens in dat jaar werd de kale lifthill opgewaardeerd met een extra effect. Aan het plafond werd het kwaadaardig kijkende hoofd van Willem van der Decken gehangen, uitgevoerd als een grote houtreliëf. Met zijn woeste manen en houtstructuur heeft het geheel wat weg van een typisch ornament met de benaming 'kraanbalkleeuw' van oude Hollandse fregatten. Na een bliksemeffect veranderde het gezicht met een blacklight-effect in een doodskop. Ook werd de belichting van de watergordijnen in de Onderwereld aangepast, met minder rood.
In 2016 werden om veiligheidsredenen de instappoortjes en hekjes op de kades in het station afgesloten met respectievelijk kunststofpanelen-met-een-houtprint en netten.
In het kader van het parkbrede offensief om het medewerkerscomfort bij slecht weer te verbeteren, werd in september 2017 een wachthuisje in de vorm van een bootje zoals op de gevel van de attractie geplaatst. Het staat tegenover de ingang en biedt beschutting voor de medewerker die kleine bezoekers moet meten. In januari 2018 werd het dak voorzien van zonnepanelen.[8]
Per 2 maart 2019 is er een single riders-wachtrij aangelegd. Hiervoor werd een gedeelte van de stadsmuur rechts naast de normale ingang doorbroken. Als single rider loop je daarna via een trap die voorheen een nooduitgang was het laatste gedeelte van de wachtrij in en komt uit in de gang voor het verdeelbordes. Deze eerder rechthoekige gang heeft hiervoor aan het begin een schuingeplaatst muurtje met deur erin gekregen en één van de twee televisieschermen werd weer verwijderd. Hier splitste de wachtrij zich eerst in tweeën - nu is het rechterdeel voor de single riders. Ook werd in 2019 het duinpad verhard.
In maart 2022 werd na jaren afwezigheid het decoratieve plankenrijtje bovenop de ingang van de buitentunnel in ere hersteld.
Nieuwe scène in 2023
In het winterseizoen van 2022-2023 was de Vliegende Hollander zoals gebruikelijk gesloten. Hoewel er altijd veel technisch onderhoud plaatsvindt aan de attractie wanneer deze dicht is, was het werk dit keer nog uitvoeriger. Zo werd de techniek van de lifthill aangepast, waardoor er voortaan koelunits (verstopt in kisten) staan op het buitenbordes onder de lifthill. Ook werd veel verlichting vervangen door LED.
Het meest opvallende was echter de nieuwe invulling van de encounter-scène in het darkridegedeelte. In deze scène tref je het spookschip van Willem van der Decken, waar in de reis tot aan dat punt zoveel om te doen was geweest. Het regende pijpenstelen en middels een projectie op dit watergordijn (geproduceerd door Dennis Bots, die hiervoor 3D-animatie inzette) deed het lijken of je recht op het spookschip afvoer. Daarna kwam je bij het nu nog aanwezige wrak van dezelfde boeg, waar je vervolgens in naar beneden schoot, maar ook hier waren watereffecten.
De techniek van de regengordijnen bleek storingsgevoelig en de kwaliteit van de projectie dikwijls suboptimaal, wat de beleving teniet deed. Er werd dus besloten tot een andere invulling, nu ook weer ontworpen door Karel Willemen.
De ruimte werd gevuld met een drietal extra wrakken van zeilschepen, wat het geheel tot een scheepskerkhof maakt. Je vaart hier nauw tussendoor. De schepen hebben alle hetzelfde boegbeeld: namelijk de houten boegbeelden, die bij opening van de attractie als vallende beelden langs de lifthill stonden, maar waarvan het effect nooit geactiveerd is en die kort na opening weer verwijderd zijn. Deze zijn van stal gehaald en met hun oplichtende ogen voorop de scheepswrakken geplaatst. De muziek en soundscape is hetzelfde gebleven; de belichting en effecten van opspattend water, mist en blikseminslag zijn hierop afgestemd. Na deze wrakken gaat de scène verder als voorheen, wel ook met aangepaste belichting: de boeg doemt op en je zakt hier doorheen het ruim in.
Bovenaan de lift was voorheen een projectie van het silhouet van Van der Decken aan het roer op een mistgordijn te zien, deze werd vervangen door gewone mist. Op 30 maart 2023 heropende de attractie met de vernieuwde scène.
Vernieuwde lifthill in 2025
In de winter van 2024-2025, slechts twee jaar na de laatste upgrade, werd de scène rond de lifthill herzien. De in een schedel veranderende houtreliëf van Van der Decken aan het plafond verdween en maakte plaats voor het brandend scheepswrak met vaten en draperieën. Aldus ontwerper Willemen, die wederom voor de renovatie tekende, staat het wrak "symbool voor het binnenste van de verrotte ziel van Willem van der Decken."[9]
Aanleiding voor het project was de langere sluiting in verband met het deels stralen en opnieuw coaten van de baan. Bovendien was de houtreliëf lastig bereikbaar voor onderhoud. De nieuwe scène werd eerst in 3D uitgewerkt en in virtual reality beoordeeld. De nieuwe decoratie en het frame waar deze in hangt werden op voorhand gemaakt en nadat de werkzaamheden waren afgerond geïnstalleerd. De scène beperkt zich tot het eerste gedeelte van de toren, het bovenste gedeelte bleef ongethematiseerd.
Ook de actiefotobalie bij de uitgang ging op de schop. De brede toonbank werd verwijderd wat de effectieve oppervlakte verdubbelde en de ruimte werd ingericht als een winkeltje als zijnde een houtsnijderij: 't Boeghbeeld. De kwaliteit van de actiefoto zelf werd verbeterd en het kader vernieuwd. Buiten werd een overkapping geplaatst waaronder enkele kratten, tonnen en houtwerken worden uitgestald. De attractie heropende op 17 april voor het publiek.
Techniek
In de Vliegende Hollander leggen 11 boten van elk 5000 kilogram een traject af van 420 meter. Hierin zijn twee onderwaterwissels opgenomen voor en na het station. Ze worden aangedreven door 105 motoren onder het wateroppervlak en in de baan zitten 175 sensoren die meten of alles in orde is.[10]
Per boot kunnen maximaal veertien passagiers mee, maar door de wat ingewikkelde 3-4-3-4 indeling qua plaatsen per rij is de bezetting meestal lager. Deze indeling heeft als voordeel dat inzittenden een bioscoopachtig zicht hebben op de decors in de rit.
Aan de achterzijde van het gebouw, boven de "Open Zee"-scène, is een onderhoudsruimte voor de sloepen voorzien. Boten worden middels een liftmechanisme in- en uitgerangeerd naar deze werkplaats. Aan de buitenkant van het gebouw is hier ook een groot rolluik aangebracht om boten helemaal uit de attractie te verwijderen. Het ritsysteem is ontworpen voor een capaciteit van 1900 bezoekers per uur, maar in de praktijk is ongeveer de helft daarvan het hoogst haalbare.
In de attractie maakt men gebruik van twee typen rookeffect: de rook in de smokkelgang is een product van rookvloeistof, terwijl de mist en nevel tijdens de rit, zowel binnen als buiten, wordt geproduceerd middels onder hoge druk verneveld water.
Omdat de attractie in directe verbinding staat met het vijverwater is er voorzien in een aantal waterkerende wanden die de vaargeul kunnen afsluiten, zodat het binnendeel compleet, of het station (en de wissels daarin) apart, leeggepompt kunnen worden voor onderhoud. Put X1, tussen Joris en de Draak en de Piraña, heeft directe aansluitingen op de binnen- en buitenbassins van de attractie en beschikt over krachtige pompen waarmee de attractie droog kan worden gezet.
Muziek
Voor de muzikale omlijsting van de attractie werd aanvankelijk contact gelegd met Maarten Hartveldt, op dat moment al enkele jaren de vaste componist van het park. De samenwerking liep stuk, omdat hij zijn muzikale 'sparring partner' Michel den Dulk miste, die bij het park vertrokken was, en nu moest samenwerken met Olaf Vugts en Karel Willemen. Ook was Hartveldt te duur voor het budget dat de Efteling ter beschikking wilde stellen.
Er werd daarom gekozen voor René Merkelbach, een lokale componist uit Kaatsheuvel die al enkele kleinere stukken voor het park had geleverd. Het betekende de start van een zeer intensieve jarenlange samenwerking, waarbij Merkelbach als nieuwe huiscomponist nagenoeg alle stukken muziek in het park zou gaan leveren.
Voor zijn eerste grote project bij de Efteling maakte Merkelbach een uitgebreide suite van muziekstukken, die gesynchroniseerd wordt tussen de verschillende ruimtes. De editing van de soundtrack was in handen van Marco Kuypers, die ook het accordeonspel deed. De opnames werden gemaakt in Praag met het zestigkoppige Praags Symfonieorkest.
De vocalen van "Catharina" werden ingezongen door Floor Jansen van de band After Forever. Deze werden echter, om juridische redenen, nog voor de opening vervangen door een nieuwe versie met Martine Grünwald.
Het stuk dat te horen is bij de terugkeer in het stationsgebouw is door Merkelbach uitgevoerd met instrumenten uit de computer, omdat nadat de opname van de attractiesuite met het orkest al was afgerond, er nog behoefte bleek aan dit extra stuk rustgevende 'alles is goedgekomen'-muziek.[11]
De muziek is voor het eerst uitgegeven op een cd bij het boek De Vliegende Hollander: Hoe een sage tot leven kwam... dat in 2008 verscheen. Het thema van de opstaphal is ook opgenomen op het verzamelalbum Wonderlijke Efteling Muziek uit dat jaar. Het album Betoverende Efteling Melodieën uit 2012 bevat drie van de tracks die eerder op de cd bij het boek stonden. Op Betoverende Efteling Melodieën (2018) staat een mix van de attractiemuziek. Bij het afronden van de renovatie van de attractie van 2023 verscheen er een nieuw aan de attractie gewijde EP, met meer muziek in geremasterde versie: De Vliegende Hollander (muziekalbum).
Tijdens het Negen Pleinen Festijn van 2014 en 2015 werd op het Sprookjesbal een renditie van het thema ten gehore gebracht die voorzien was van een gezongen tekst; de eerste vier regels zijn dezelfde als die van het gedicht dat in de attractie Willems woonkamer aan de muur hangt. De rest van de zangregels verschilt.
Horeca en merchandise
Voor de komst van de attractie was het horecapunt De Kurketrekker gesloopt. In de schetsontwerpfase werd in een variant van het ontwerp wel een restaurant in het pand van de attractie opgenomen, maar er werd later toch gekozen voor een balieuitgifte in de vorm van De Kombuys. Deze met scheepvaartattributen en wrakhout gedecoreerde rechthoek geeft koffie, fris en ijsspecialiteiten uit, en heeft een groot vlonderterras aan het water waar je de splashende bootjes van de attractie kunt zien; een eis van Olaf Vugts, die hiermee rekening wilde houden met de op de vlonder wachtende ouders en grootouders der opvarenden.[12]
Het probleem van de gedateerde Likkebaerd is enkele jaren later opgelost door de realisatie van Station de Oost, dat het VOC-thema doortrekt naar een meer begin twintigste eeuwse koloniale beleving.
De Vliegende Hollander heeft sinds 2025 met 't Boeghbeeld een vaste merchandisewinkel bij de uitgang. Voordien was op het plein voor de attractie al eerder een verrijdbare kar gestationeerd die lange tijd spullen gerelateerd aan De Vliegende Hollander verkocht. Sinds 2011 verkoopt men vanuit deze kar, bekend onder de naam Parlevinker, uitsluitend nog slush puppies. Naast dit verkooppunt staat een Unox-kraam.
In 2016 verplaatst men Kapitein Gijs naar een locatie tegenover de Kombuys, waarmee Ruigrijk een eerste Holle Bolle Gijs krijgt.
Boeken en documentaires
Rondom de bouw van de attractie is een opvallende hoeveelheid documentatie verschenen.
In oktober 2005 verscheen Biografie van een Spookschip, een informatief boek van Reggie Naus die zijn onderzoek naar de legende had opgeschreven. Naast een reguliere handelseditie verscheen er ook een speciale Efteling-editie met het Eftelinglogo op de kaft.
Tijdens de bouw van de attractie werd de Efteling benaderd door Michel van Erp voor zijn documentaireproject Pretpark Nederland dat de vaderlandse vrijetijdsindustrie in beeld wil brengen. Van Erp volgt Olaf Vugts, die op dat moment volop verwikkeld is in de bouw van De Vliegende Hollander. De bouw en de tegenslagen zijn een van de prominentere onderdelen van de resulterende film.
De Efteling zelf publiceerde de making-of van de attractie in boekvorm en als documentaire onder de titel Hoe een sage tot leven kwam. In de documentaire, die veel lijkt op voorgangers als Dromen met Open Ogen wordt het bouwproces chronologisch gevolgd, inclusief de tegenslagen, gelardeerd met het uitbeelden van het verhaal. Het boek doet ongeveer hetzelfde; het verhaal wordt verteld middels de teksten van de logboekpagina's en daarnaast wordt de bouw beschreven. Het boek bevat ook een cd met zes muziekstukken uit de attractie.
In 2019 werd het verhaal opgenomen in sprookjesboek En ze leven nog lang en gelukkig, geschreven door Ad Grooten en voorzien van illustraties van Karel Willemen. Het wordt verteld vanuit het perspectief van de wezen Mart en Jippe, waarvan de eerste als matroos aanmonstert bij Van der Decken en net op tijd weg van het schip is voordat dit met Pasen voor altijd uitvaart.
Wetenswaardigheden
- In en rond de attractie kom je op verschillende plekken leeuwen tegen, die Willem van der Decken symboliseren. Hij begint trots en arrogant op de stadsmuur, maar de leeuwen die je tegenkomt worden steeds grimmiger naarmate de rit vordert.
- Dit is niet de eerste attractie met de naam Vliegende Hollander in de Efteling. Al in 1951 werd de Speeltuin uitgebreid met een achtpersoons schommel, een zogeheten Flying Dutchman.
- In de televisiereclame voor de Vliegende Hollander vliegt het spookschip boven de Efteling. Hiervoor werd hetzelfde 3D-model gebruikt dat al gemaakt was voor de encounter-projectie in de attractie. Dennis Bots regisseerde ook deze commercial.
- In het Chinese pretpark Jinan Sunac in de provincie Shandong staat sinds 2021 een waterattractie die qua ontwerp 'sterk geïnspireerd' lijkt op De Vliegende Hollander.
- Speeltuin Nest! heeft een Vliegende Hollander-themazone, waarin een speelschip te vinden is waarvan de boegbeeldleeuw uit dezelfde mal komt als die op het 'encounterschip'.
- Tussen de buitengemaakte schatten in de smokkelgang zijn een ornament van het schip De Halve Maen een lading Ezeltje Strek-je-munten en een schaalmodel van de oorspronkelijk voor de lifthill ontworpen boegbeelden te vinden.
- ↑ Eftelist: Lex Lemmens: Over dertig jaar toewijding en vakmanschap (2008)
- ↑ Eftelist: Over kwaliteit, kitsch en kozijntjes - Eftelist in gesprek met Michel den Dulk (2006)
- ↑ Kleine Boodschap (podcast) nr 211: In gesprek met Jack Rijnen
- ↑ Nieuwsrijk: Artikelenreeks 'Vliegende Hollander Special', 2007.
- ↑ Looopings: Foto opgedoken van boegbeelden op lift van Vliegende Hollander in de Efteling, 16 augustus 2021
- ↑ Tweet van Sander Roeling: "Ze hebben er nog een tijdje gehangen na de opening..." (11 augustus 2021)
- ↑ Nieuwsrijk: Vijver De Vliegende Hollander te vuil voor openstelling, 9 maart 2007
- ↑ Looopings: 'Meer zonnepanelen in de Efteling', 21 december 2017
- ↑ Efteling Blog: Vernieuwingen bij De Vliegende Hollander (24 februari 2025)
- ↑ JIJ magazine: ‘De Vliegende Hollander in onderhoud’ (maart 2015)
- ↑ Merkelbach op Twitter, 26 oktober 2019
- ↑ Documentaire Pretpark Nederland, 2006.