Luchtfoto van de Stoomcarrousel met daarachter de rolschaatsbaan.

De rolschaatsbaan of Schuilloods was een attractie van 1957 tot 1966, op de plek waar nu het Diorama is gevestigd, achter de Stoomcarrousel.

Op 5 oktober 1956[1] wordt er een bouwvergunning verleend voor het bouwen van een houten loods achter de carrousel, die door Gemeentewerken van Loon op Zand wordt aangelegd. De houten loods, kosten rond de ƒ 33.000,-,[2] wordt dan gebruikt als schuilloods annex rolschaatsbaan. De schuilloods had geen muren en leek nog het meest op een soort festivaltent, bestaande uit een stellage met een groot dak.[3]

Begin jaren zestig ontstonden er plannen om in de loods het sprookje van de Indische Waterlelies te plaatsen. Vanwege bezwaar van directeur Diender werd toch gekozen voor een meer monumentale locatie in het bos. Om de loods bij slecht weer toch attractiever te maken werd er in 1966 een Waterorgel aangeschaft en hier geplaatst, waarbij waarschijnlijk toen de loods van wanden met ramen (inclusief schelp-ornamenten) en deuren is voorzien.

Toen het waterorgel in 1971 naar een eigen zijvleugel van het Carrouselpaleis verhuisde, werd de loods hergebruikt en aangekleed als huisvesting voor het nieuwe treindiorama. Vermoedelijk zijn toen alle ramen en de forse toegangsdeur dichtgemaakt met gesjabloneerd plaatmateriaal. In die toestand is de loods ook heden nog opgenomen in het Carrouselcomplex, waar bijvoorbeeld de dakspanten nog te zien zijn. De dichtgemaakte ramen evenals de grote toegangsdeur aan de Dioramalaan-zijde zijn nog goed zichtbaar.