De Rode Schoentjes
De dansende schoentjes
De dansende schoentjes
Geopend 1953
Gebaseerd op De Rode Schoentjes
Opgetekend door Hans Christian Andersen
Ontwerp Anton Pieck
Techniek Peter Reijnders, Henk Knuivers
Muziek Klompendans, Jan van Oort en Max Rhode (intro)
Ingesproken door Wieteke van Dort
Vorige Pinokkio
Volgende Trollenkoning
Sprookjesbos, overzicht

De Rode Schoentjes (ook wel De Dansende Schoentjes) is een sprookje over een arm meisje dat wordt opgevangen door een rijke oude dame, maar door ongehoorzaamheid voor straf moet blijven dansen op rode lakschoentjes. Het werd in 1845 geschreven door de Deense schrijver Hans Christian Andersen en gepubliceerd in zijn zevende bundel, onder de titel "De røde sko".

In de Efteling is het de zesde uitbeelding op de route in het Sprookjesbos, tussen Pinokkio en de Trollenkoning. Het werd in 1953 geopend, een jaar na de opening van het Sprookjesbos, naar ontwerp van Anton Pieck. Het is een van de eenvoudigere uitbeeldingen van een sprookje in het bos: op een glazen plaat, onder een afdakje tegen een afgebrokkelde muur, danst een paar rode schoentjes in het rond, onder begeleiding van klompendansmuziek op piano. Het verhaal erbij wordt verteld door Wieteke van Dort.

Uitbeelding

De uitbeelding is even eenvoudig als magisch: Onder een Piecks boogdakje wordt eerst het verhaal verteld door Wieteke van Dort. Daarna dansen twee kleine rode schoentjes, zonder enig zichtbaar mechaniek over een geruite glazen dansvloer, op de maat van de Klompendans van Jan van Oort. Op de muur onder het dakje is een schildering te zien, gebaseerd op een tekening van Anton Pieck, waarop hoofdpersoon Karen danst in een gele jurk.

Vertelling

Het sprookje wordt door Wieteke van Dort verteld. Zij noemt het meisje overigens Karin, in plaats van het oorspronkelijke Karen.

De schoentjes dansen

Heel lang geleden was er eens een klein meisje dat zo arm was dat ze altijd op blote voetjes moest lopen.

Toen haar moeder stierf kwam Karin, zo heet het meisje, in huis bij een lieve oude dame. Dat vond ze erg fijn. Ze kreeg nieuwe kleren en voor het eerst ook nieuwe schoentjes. Een rijke schoenmaker uit de stad maakte voor haar prachtige rode lakschoentjes.

Op een zondag ging ze met haar nieuwe rode schoentjes naar de kerk. Alle mensen keken ernaar. "Rode schoentjes? In de kerk?" zeiden ze tegen elkaar. Dat vonden ze helemaal niet zoals het hoorde. Vóór de kerk stond een soldaat met een lange baard. Hij hield niet van ijdele meisjes en zei: "Ahum. Het zijn mooie dansschoentjes, maar het is niets voor in de kerk. Daar moet je mee dansen."

Karin kon het niet nalaten een paar danspasjes te maken. Maar wat gebeurde? Haar schoentjes bleven dansen! Steeds door! De koetsier van de oude dame moest haar optillen in het rijtuig en de schoentjes voor haar uitdoen.

Op een dag werd de oude dame ziek. Maar Karin zorgde niet voor de lieve oude dame. Nee, ze ging liever naar een groot bal. Ze deed haar rode schoentjes aan en die begonnen meteen te dansen. Ze danste de kamer uit, naar buiten. Karin kon niet meer stilstaan. De schoentjes bleven dansen en dansen. En Karin werd zo moe... Hoe lang ze gedanst heeft weten we niet. Een dag, een week? Maar op een dag danste ze een klein huisje voorbij. Daarin woonde een beul. "Neem mijn schoentjes!" schreeuwde Karin. "Dat zal ik doen," zei de beul. Hij nam zijn bijl en hakte de schoentjes van haar voeten. Karin liep toen zo vlug ze kon terug naar de oude dame. Maar de schoentjes dansten verder de wereld door.

Kijk maar. Hier dansen ze nog steeds.

Winter Efteling

's Winters hangen er kransjes van hulstblaadjes aan de kaarsen.

Geschiedenis

Ontwerp voor de muurschildering

Het sprookje is uitgewerkt naar ontwerp van Anton Pieck en is in 1953 gebouwd. De bouw van het sprookje heeft zo'n ƒ 1.200,- gekost.[1] In de beginjaren was het nog niet voorzien van een overkapping.

Het sprookje in 1953

De stem van Wieteke van Dort is vermoedelijk sinds begin zeventiger jaren te horen, tegelijkertijd met de introductie van haar versies van Roodkapje en Vrouw Holle, omdat de bestaande vertellingen van onvoldoende geluidskwaliteit werden gevonden. Voor Van Dort was hier een andere dame te horen, waarvan de naam niet bekend is. De Klompendans op piano is tegelijk met Wietekes stem vervangen door een nieuwe versie.[2]

Op het bordje onder de dansplaat waar nu "De Dansende Schoentjes" op te lezen staat, stond in de beginjaren "Om de drie minuten dansen de schoentjes".[3]

Door de jaren passeerden verschillende verschijningsvormen van de schoentjes de revue. Zo zagen de schoentjes er in de beginjaren eerder uit als slofjes. Er is ook een model met een riempje, met grotere gaten aan de zijkant of met een roze bloempje in plaats van rood.

In 2010 werd het sprookje gerenoveerd waarbij er een nieuwe vloer rondom het sprookje werd geplaatst.

Hans Christian Andersen Jaar

Andersen-plakkaat

In 2005 werd de 200e geboortedag van Hans Christian Andersen gevierd. Ter ere hiervan werd een plakkaat opgehangen aan de muur bij de Rode Schoentjes. Ook was er dat jaar een speciale show ter ere van Andersen in het Efteling Theater, die gebaseerd was op dit sprookje. Het plakkaat verdween weer bij een renovatie van de Rode Schoentjes in 2016.

Renovatie 2016

Tijdens de bouw van het naastgelegen sprookje Pinokkio, in maart 2016, kreeg het tafereeltje een flinke opknapbeurt. Zo loopt sindsdien het dakje af van de muur en zijn er steunbalkjes onder te vinden, hebben de bogen randen gekregen en is de muurschildering over gedaan van een ingekleurde tekening naar een handgeschilderde versie met mooiere lijnvoering en beter kleurgebruik. De muur werd aangepast waarbij de contouren van de rotsblokken duidelijker zichtbaar werden gemaakt met zwarte inschaduwing. Het afdruipende spuitbeton is goed te zien in de nieuwe muur.

Techniek

De techniek is ontwikkeld door Peter Reijnders en verder uitgewerkt door Henk Knuivers. Hij laat de schoentjes bewegen door middel van elektromagneten, bevestigd op draaiende schijven. Het mechanisme is in de loop der jaren een aantal keer gemoderniseerd, maar is in basis hetzelfde gebleven. Het is exemplarisch voor het vernuft waarmee Reijnders en Knuivers sprookjes tot leven brachten.

Muziek

Het sprookje in 1967

Aan het begin van de voorstelling klinkt een kort fragmentje uit 'Dornröschens Brautfahrt' (De bruiloft van Doornroosje) van de Duitse componist Max Rhode (1884 - 1945). Hij schreef het in 1916, en het is hier uitgevoerd op een celesta. Een stukje verderop in het Sprookjesbos, bij de Put van Vrouw Holle, klinkt een ander, nog korter stukje uit deze compositie. Over de celestamuziek heen begint het verhaaltje van Van Dort. Na het verhaaltje klinkt de belangrijkste muziek van het sprookje, waarop daadwerkelijk wordt gedanst: de Klompendans van Jan van Oort, uitgevoerd op piano.

Het stuk (of een eerste versie daarvan) werd op de piano ingespeeld door directiesecretaresse Riet Tuerlings.[4]

De muziek werd uitgebracht op de cd's Muziek van de Efteling (1988), Wonderlijke Muziek van de Efteling (1992-2008), Wonderlijke Efteling Muziek (2008-2010) en Betoverende Efteling Melodieën (alle edities) in een versie die speciaal voor de plaat is opgenomen door Ruud Bos. De originele parkversie is, samen met het verhaal van Wieteke, te vinden op de cd Efteling CD 1 (2000). In 2014 werd het stuk opgenomen in de Tweede Efteling Symfonie van Aquanura, ingespeeld door het Brabants Orkest.

Het sprookje

Oorsprong

"De rode schoentjes" werd geschreven door de Deense schrijver Hans Christian Andersen (1805-1875) en gepubliceerd in zijn zevende verzameling sprookjes onder de titel "De røde sko". Andersen schreef de meedogenloze en puriteinse basis van het sprookje toe aan een gevoel van schuld en schaamte uit zijn eigen jeugd, waarin hij meer gaf om een paar nieuwe mooie laarsjes dan de begrafenis waarnaar hij ze droeg. De schoentjes lijken echter niet alleen een verwijzing te zijn naar ijdelheid, maar ook naar normale sensualiteit. Het sprookje straft ook dit laatste genadeloos af.

Samenvatting

Het arme meisje Karen wordt op de dag dat haar moeder begraven wordt geadopteerd door een statige dame. Wanneer de dame het meisje meeneemt naar de schoenmaker om statige schoentjes uit te zoeken, kiest Karen rode balschoentjes uit. De oude dame ziet niet goed meer en heeft daardoor niet door dat de schoentjes rood zijn. Dat had ze anders nooit goedgekeurd, want met rode schoentjes kun je niet naar de kerk.

Wanneer Karen toch met haar rode schoentjes naar de kerk gaat, is ze in gedachten meer met haar mooie schoenen bezig dan met de dienst. Wanneer de dame achteraf hoort dat Karen met rode schoentjes naar de kerk is geweest verbiedt ze het meisje om de rode schoentjes nogmaals naar de kerk aan te trekken. Het is beter om zwarte schoenen te dragen, zelfs als deze oud en versleten zijn.

De volgende zondag besluit Karen tóch haar rode schoentjes aan te doen en niet de zwarte. Een soldaat op krukken bij de ingang van de kerk zegt haar dat ze niet op zulke schoenen naar de kerk moet, maar ermee moet dansen, want dansschoenen zijn het.

Als de statige dame ziek wordt, is alleen Karen er nog om haar te verplegen. Ze kiest er echter voor om haar rode schoentjes weer aan te trekken en naar een bal te gaan. De schoentjes willen vervolgens niet meer stoppen met dansen, en wanneer ze langs het huis van de beul danst, vraagt ze hem om dan haar voeten maar af te hakken.

Hij doet dit, en maakt houten voeten en krukken voor haar, maar de schoentjes blijven haar achtervolgen. Pas na langdurig dienstdoen in de pastorie worden haar zonden haar vergeven, en wordt haar ziel opgenomen in de hemel, waar niemand nog vraagt naar haar rode schoentjes.

Het sprookje loopt in de Efteling minder gruwelijk af. Karen kan gelukkig uit haar schoenen bevrijd worden, en terwijl zij haar gebeterde leven leidt, dansen de schoentjes tezamen verder in de Efteling.

In de Eftelingse media

In het park

Plaats van het Sprookjesboek

Bij de uitbeelding in het Sprookjesbos staat een kunststof sprookjesboek opgesteld waarin een korte samenvatting van het sprookje staat in vier talen: Nederlands, Frans, Duits en Engels. De titel van het sprookje in deze talen luidt:

  • 20px-NLvlag.png De rode Schoentjes
  • 20px-Fvlag.png Les Chaussures rouges
  • 20px-Dvlag.png Die tanzenden Schuhe
  • 20px-VKvlag.png The red Shoes

Het boek werd geplaatst in 2000. Toen alle boeken van een nieuwe layout werden voorzien in 2013 werd ook dit boek vernieuwd.

Sprookjesboek bij de Schoentjes

De Nederlandse tekst:

Hoewel de oude dame erg ziek was, ging het ijdele en verwende meisje naar het dansfeest op haar nieuwe rode schoentjes. Toen ze eindelijk aan de oude dame dacht, schaamde ze zich heel diep en wilde stoppen met dansen. Maar de rode schoentjes weigerden en het meisje moest de hele nacht verder dansen. Doodmoe en diep ongelukkig ontmoette ze een oude, baardige soldaat die uit meelij met zijn sabel de schoentjes van haar voeten sloeg.De schoentjes dansten alleen verder, de straten over, de stad uit...

In boeken

Efteling Gouden Boekje deel 8
  • Het eerste Efteling-sprookjesboek waarin we het verhaal kunnen vinden is Het Efteling Sprookjesboek (1955), bewerkt door Bob Venmans. Karen wordt van haar schoentjes verlost door een beul die eerst nog haar hoofd wil afhakken, maar medelijden krijgt en daarom de schoentjes van haar voeten hakt.
  • We vinden het ook in Het Sprookjesboek van De Efteling (1967).
  • Voor Sprookjes van de Efteling (1974) herschreef Martine Bijl het verhaal en verontschuldigt zich daarvoor in de inleiding van het boek. In haar versie zit er een oude soldaat bij de kerk die haar schoentjes betovert en haar aan het einde er weer van bevrijdt door met zijn zwaard tegen de schoentjes te tikken.
  • De tegenwoordige Efteling-versie, voor het eerst verschenen in Sprookjesboek van de Efteling (2009), gaat uit van de versie van Martine Bijl, waarbij een oude soldaat de schoentjes betovert en uiteindelijk verwijdert van Karens voetjes. Voor de betovering zwaait hij met zijn zwaard en zingt daarbij een lied. Een ingekorte versie staat in En ze leven nog lang en gelukkig (2019).
  • In D'r Waar 's (2002) is "De Rooie Schoentjes" in het Oud-Gastels te lezen.
  • Het is deel 8 in de eerste serie Gouden Boekjes (2014). Het is ook opgenomen in de op deze boekjes gebaseerde De Efteling Sprookjes Omnibus uit 2022.

In hoorspelen en luisterboeken

  • Het sprookje van "De rode schoentjes" is door de Efteling uitgebracht als hoorspel op Sprookjes van de Efteling - deel 3 (1970) en op cd op Efteling Sprookjes - deel 2 (1992).
  • Het staat op CD 1 van Sprookjes & Vertellingen van de Efteling (1997).
  • Op de cd Efteling Sprookjes 5 (2006) van ReDi Entertainment, met het liedje "Ik kan niet stoppen met dansen".
  • Op het luisterboek van Sprookjesboek van de Efteling (2010) is het te vinden op CD 4.
  • De dubbel-cd Efteling Radio presenteert: Grootste Kids Hits & Mooiste Sprookjes (2012) bevat een door Klaas Vaak gebrachte versie van het sprookje.
  • Efteling CD 1 (2000) bevat de originele Klompendans, zoals die in het Sprookjesbos te horen is, samen met de vertelling door Wieteke van Dort.

Theater

  • Het was het tweede sprookje in de Sprookjesshow (2005-2006) die draaide om de sprookjes van Andersen.

Op televisie

  • De eerste dvd van de televisieserie Sprookjes (2004) bevat ook een uitwerking van het sprookje. Een groot gedeelte hiervan is opgenomen op het plein voor het Efteling Theater.

Live-entertainment

Karen in entertainmentvorm

Souvenirs en drukwerk

  • Kleine rode lakschoentjes zijn, hoewel niet erg gelijkend op het paar in het Sprookjesbos, te krijgen in de souvenirwinkels.

Elders

Wetenswaardigheden

  • Hans Christian Andersen, zelf een schoenmakerszoon, droeg gloednieuwe schoenen op de dag dat hij in de kerk werd aangenomen. Hij kon daardoor zijn hoofd niet bij de dienst houden; een gebeurtenis die de inspiratie voor dit sprookje vormde.
  • De schoentjes worden bij sluitingstijd opgeborgen onder de glazen dansvloer.
  • In die bergruimte onder de dansvloer ligt een flinke voorraad schoentjes voor het geval ze gestolen worden, wat nogal eens gebeurt.