Het interieur van Den Olycke Tweelingh met het Piet de Smeerpoets-bord.

Piet de Smeerpoets is een figuur die afgebeeld is op een bord dat aan het plafond hangt in de overdekte zitgelegenheid Den Olycke Tweelingh, naast cafetaria de Smulpaap. Op beide zijden van het bord staat de figuur afgebeeld. Het ontwerp, de illustraties en het rijmpje zijn van Anton Pieck. Het is naast onder andere de Klein Duimpje-prullenmanden en Holle Bolle Gijs één van de pogingen uit de beginjaren van de Efteling waarbij men de bezoeker duidelijk maakt hun rommel op te ruimen en afval weg te gooien in de daarvoor bestemde manden.

Piet staat op het bord afgebeeld als een wat slonzig gezet mannetje, haar door de war, een rood geruit bloesje, een korte blauwe broek en bruine kniekousen die bij de knieën open liggen. Piet eet van een broodje aan een rode picknicktafel die bezaaid is met afval, en ook op de grond ligt het vol met schillen, prullen, proppen en lege bekers. In de linkerhoek is een lege rieten afvalmand te zien.

Het vers

Het bord op de oude locatie.

Boven Piets hoofd is een lint waarop zijn naam staat. De eerste regels van het vers staan aan de linkerkant van Piet, de laatste regels aan zijn rechterzijde. Het vers luidt:

De oude locatie van het bord, een overkapping tussen de Smulpaap, Anton Pieckcarrousel en Moeder Gijs.

Piet smijt alles in
het rond,
Papier en schillen op
de grond,
Alsof geen prulle-
mand bestond.

Foei, zegt ieder
die dat ziet,
Wat ben jij een smeer-
poets Piet!
Zo iets doet men
immers niet!!!

De tekst staat in kapitalen in een met de hand geschilderd Anton Pieck-lettertype. De eerste letter van iedere regel staat in een groter kapitaal en in rood gekleurd, enkel de laatste zin "Zo iets doet men immers niet!!!" staat geheel in het rood, waarbij de laatste twee woorden ook nog staan onderstreept.

Geschiedenis

De overkapping

Het Piet de Smeerpoets-bord dateert waarschijnlijk uit 1961, het jaar waarin de eerste Smulpaap in de Speeltuin werd geopend. Naast het balieverkooppunt voor friet was een kleine, aan alle kanten open overkapping te vinden met daaronder houten tafels en banken. Aan het plafond hiervan hing het bord, waarbij de overkapping zelf ook Piet de Smeerpoets werd genoemd. In 1970 werd naast de overkapping Moeder Gijs geplaatst om het afvalprobleem wat te beperken.

Bij het verdwijnen van de oude Smulpaap in 2003 werd gevreesd dat we het prachtige bord van Pieck niet meer zouden terugzien, maar het tegendeel bleek waar. Zowel de banken, tafels en Moeder Gijs als het Smeerpoets-bord verhuisden mee naar de nieuwe overdekte zitgelegenheid.

Oorsprong: Der Struwwelpeter

Apfelweinkroeg in Frankfurt/Main vernoemd naar Struwwelpeter

De figuur Piet vindt zijn oorsprong in het boek Piet de Smeerpoets uit 1848, de Nederlandse vertaling van het Duitse Der Struwwelpeter, een beroemd kinderprentenboek van Heinrich Hoffmann.[1] Het boek leidde ook tot de algemene verspreiding in Nederland van het woord 'smeerpoets' (voor een onrein figuur).

De Peter uit Struwwelpeter weigerde een jaar lang zijn nagels te knippen en zijn haar te kammen. Hierdoor krijgt hij nagels van twintig centimeter lang en een enorme bos haar. Maar meer ook niet. Ook in de Nederlandse vertaling wordt het niet smeriger dan lange nagels en dito haar.

Het verhaal wordt beschreven middels een gedicht waarin de Eftelingse versie duidelijk zijn inspiratie vindt:[2]

Piet de Smeerpoets, van dr Heinrich Hoffmann

 Ziet hier Piet den Smeerpoets staan!
Ziet dien viezen knaap eens aan!
Hij wou van zijn vingertippen,
Zich geen nagels laten knippen
Sedert zeker wel een jaar;
Ongekamd bleef ook zijn haar.
"Foei!" roept ieder die hem ziet,
"Wat zijt gij een smeerpoets, Piet!"