Ruud de Clercq
Ruud de Clercq in 1986
De Clercq in 1986
Volledige naam Rudy Gustaaf de Clercq
Geboren 7 jan 1941
Overleden 9 jan 2021
In dienst 1986
Uit dienst 1988
Beroep algemeen directeur
Bekend als directeur t.t.v. bouw Trollenkoning en Pagode
Personen

ir. R.G. (Ruud) de Clercq (Terneuzen, 7 januari 1941 - Zuid-Afrika, 9 januari 2021) heeft van 1 februari 1986 tot 1 oktober 1988 de functie vervuld van algemeen directeur van de Efteling.

Onder zijn leiding werden de eerste grote uitbreidingsplannen gemaakt onder de noemer Wereld van de Efteling en de attracties Pagode en Monsieur Cannibale geopend.

Carrière

De Clercq studeerde bouwkunde en ging na zijn studie aan de slag als projectleider woningbouwindustrie. Hij heeft deelprojecten geleid voor toeristisch Scheveningen, waarna hij zich meer ging bezighouden met recreatie-woningbouw.

Directeur van de Efteling

Ambitieuze uitbreidingsplannen

Ruud de Clercq kwam bij de Efteling binnen via een headhunter, die de opdracht had gekregen iemand te zoeken met ervaring in recreatie-woningbouw vanwege het opkomende plan voor een meerdaagse verblijfsaccommodatie, toen nog gezien als een "nieuw Kraanven". Al vlak nadat hij in dienst kwam werd Fata Morgana geopend, een grote attractie waar al vier jaar aan gewerkt was.

Zijn directeurschap stond primair in het teken van uitbreiding richting meerdaags verblijf. Het zeer ambitieuze plan De Wereld van de Efteling werd gepresenteerd, met diverse vormen van verblijfsaccommodatie, maar ook allerhande vermaak zoals een subtropisch zwembad. Ook een tweede attractiepark naast de Efteling, het Cosmo Science Center kreeg een plek in deze plannen.

Binnen het bestaande attractiepark was De Clercq verantwoordelijk voor de komst van de Pagode, Monsieur Cannibale en de Trollenkoning.

Conflicten met stichtingsbestuur en ontslag

De Clercq volgde Herman ten Bruggencate op, en was de eerste nieuwe directeur nadat de Efteling in 1985 een BV werd. De Clercq voelde zich in zijn functie vrij beslissingen te nemen en het stichtingsbestuur was gewend in iedere beslissing inspraak te krijgen: het zorgde voor verschillende aanvaringen tussen directie en bestuur. Eind 1987, met de totstandkoming van een voorloper van Villa Volta, kreeg De Clercq problemen met het stichtingsbestuur omdat hij niet voldoende zou communiceren. Samen met zijn managementteam had hij besloten tot de bouw van Villa Volta, waarop het stichtingsbestuur, dat sterk tegen de plannen van deze 'kermisattractie' was, zich gepasseerd voelde. De Clercqs plan Efteling España werd door stichtingsvoorzitter Gé Rieter van tafel geveegd. Hetzelfde geldt voor het ver-ontwikkelde Cosmo Science Center. Wanneer De Clercq zich hard maakt voor het plan wordt hij teruggefloten door het stichtingsbestuur. Uiteindelijk loopt zijn dienstverband op dit project stuk. De Clercq liet zich verschillende keren openlijk uit over de interne problemen en verschillen van inzicht met de stichting.

De Clercq bij Carnaval Festival

Een aantal weken voor zijn ontslag sprak een anonieme medewerker in De Telegraaf:[1]

De Clercq legde afgelopen zondag nog tijdens een drumbandconcours in de Efteling de nadruk op de grootse toekomstplannen. In een toespraak zinspeelde hij op interne problemen en vergeleek de attracties Langnek en de Vliegende Tempel. De eerste, het aloude visitekaartje van het park kwam niet meer boven de bomen uit. De vliegende tempel daarentegen, door De Clercq binnengehaald, wel.

Zijn ontslag werd in de media uitgebreid besproken en meermaals in verband gebracht met het vertrek van drie managers tijdens zijn dienstperiode: Olaf Vugts vertrok naar Hellendoorn, Cees Kikstra vertrok naar Vendorado en Marc Taminiau werd ontslagen.

In 1989 liet ook interim-directeur Herman ten Bruggencate zich kritisch uit over de gevaren koers onder De Clercq:[2]

Het wordt tijd dat de Efteling weer met beide benen op de grond komt te staan en terugkeert naar haar oorsprong: sprookjes, nostalgie en Pieck. Daarmee heeft de Efteling zich zo lang ze bestaat, weten te onderscheiden van andere attractieparken. Dat eigene moet in de toekomst weer gaan spreken. De voorgenomen investeringen van ruim 300 miljoen gulden zouden onwaarschijnlijke bezoekersaantallen vergen die nooit gehaald kunnen worden. Onze markt heeft die potentie gewoon niet. De mogelijkheden zijn overschat. De plannen uit 1983/1984 waren gericht op een vermeerdering van het aantal bezoekers met een half miljoen tot maximaal drie miljoen. Dat is niet reëel. Maar de filosofie, het principe van de plannen is overeind gebleven.

Dolfinarium en Hellendoorn

Ruud de Clercq in 2008

De Clercq ging na zijn afscheid bij de Efteling aan het werk als directeur van Dolfinarium Harderwijk en Avonturenpark Hellendoorn. De eerste deed hij flink deed groeien in bezoekersaantallen, van 300 duizend naar 1,2 miljoen, maar het resultaat van Hellendoorn was minder succesvol.

Beide verkocht hij in 2001 aan Grévin, waarbij Hellendoorn een schuldenlast van 10 miljoen euro droeg. Uiteindelijk werd door de Rabobank via een schimmige constructie Hellendoorn schuldenvrij aan Grévin doorgeschoven, en werden de schulden op het conto van De Clercq geschreven. Er werd beslag gelegd op zijn vermogen. Omdat hij in Nederland niet meer aan de slag kwam, gooide hij het roer om en besloot in 2004 wijnboer te worden in Zuid-Afrika. Na jaren procederen won De Clercq uiteindelijk alsnog een zaak van de Rabobank.[3]

Begin 2011 werd hij geïnterviewd door De Vijf Zintuigen.[4] Hij overleed in januari 2021.

  1. 'Directeur van De Efteling uit functie', De Telegraaf, 6 september 1988
  2. 'De Efteling gaat luchtkastelen afbreken', Brabants Dagblad, 14 januari 1989
  3. de Volkskrant: Rabo verliest zaak-Hellendoorn, 10 mei 2011
  4. De Vijf Zintuigen: Interview Ruud de Clercq, 26 mei 2011