Ontwerp van het centrale zwembad door Ton van de Ven

Het Waterpaleis was een idee voor een zwembadcomplex bij de Efteling gecombineerd met een Beachhotel dat in 1988 had moeten openen als een vroeg onderdeel van De Wereld van de Efteling.

De plannen

'Zwempaleis' op een plankaart in paars

De plannen werden aangekondigd tijdens het directeurschap van Ruud de Clercq, die als missie had meegekregen de Efteling verder te ontwikkelen buiten het bestaande attractiepark. Doel van de toevoeging was om een attractie te hebben waar mensen zich bij elk soort weer konden vermaken. Het zou een subtropisch zwemparadijs moeten worden, 'feestelijk' en 'overgoten met een Efteling-saus'. Het zwembad zou ook toegankelijk zijn als je niet bij de Efteling verbleef en zou dus ook een regiofunctie kunnen krijgen.[1] Het zou maar liefst drie keer zo groot moeten worden als bestaande subtropische zwembaden in Nederland.[2] Attractiepark Duinrell in Wassenaar had in 1984 een vergelijkbare stap gezet met de opening van het subtropische Tikibad, dat in die jaren veel bezoek trok.

Het zwembad met daaromheen de andere voorziene uitbreidingen van de Wereld van de Efteling

Het zwembad werd geïntegreerd met een 'beachhotel' (strandhotel), en binnendoor toegankelijk zijn voor verblijfsgasten van dit hotel. Vanuit de bar van het hotel zou je zicht hebben op het hoofdbad. Het zwembad en hotel zouden gelegen zijn nabij het entreegebied, ongeveer waar nu de fietsenstalling is.

Ton van de Ven maakte het ontwerp van het twee verdiepingen hoge gebouw dat aan de buitenzijde Piecks aandoet met gestucte geveltjes, poortjes en torentjes. De ontwikkeling van het project werd gezamenlijk uitgevoerd met aannemer IGB (Internationale Gewapend Betonbouw) uit Breda, die juist in 1987 voor de Efteling de Pagode had gebouwd. Als extern architect was Frits Dansen betrokken.

Indeling

Plattegrond van het complex

Het waterpaleis zou bestaan uit drie afzonderlijke baden rondom de centrale, ronde entreehal. Rechtdoor, in het midden gelegen, lag het grootste bad, met gezinnen als de hoofddoelgroep. Dit bad werd aangeduid als Lagunebad. In de tien meter hoge ruimte vond je onder andere een kasteeltje met glijbaan, een golfslagbad met zeeroversnest, een kleuterbad en een kinderbad met afgemeerd galjoen met glijbanen en waterkanonnen. Ook waren er verschillende bars.

De achterwand van het Lagunebad werd gevormd door de rietgedekte inpandige façade van het beachhotel, met op de begane grond zonnebanken en een 'knuffelwand' (een verwarmde muur om tegenaan te staan), en op de eerste verdieping achter grote ramen het hotelrestaurant met beachbar dat dus uitkijkt op het zwemparadijs.

Links van het Lagunebad kon het Egyptebad bereikt worden, afgescheiden van de rest middels hangende tuinen, en aangekleed in de sferen van het Egypte uit de tijden van de farao's. Ter rechterzijde van het Lagunebad kwam je bij het Tahitibad, dat van een Polynesische aankleding was voorzien en een stroomversnelling had.

Vanuit de entreehal waren ook de sauna, Turks bad en solarium bereikbaar. Bij die laatste was ook een 'knuffelwand' gedacht. Tussen het Lagunebad en het Tahitibad vond je de toegang tot een inpandig zelfbedieningsrestaurant.

De hotelkamers waren achter het zwembadgebouw gelegen in twee afzonderlijke vierkante vleugels, waar de toegangen tot de kamers rond een binnentuin gelegen waren.[3]

Geschrapt

Directeur De Clercq moest in 1988 vertrekken. In plannen en publicaties daarna wordt het zwemparadijs achterwege gelaten, wat erop duidt dat het idee al vroeg weer geschrapt is.

  1. Nieuwsblad van het Zuiden: 'Waterpaleis in 1988 klaar' (9 oktober 1986)
  2. De Telegraaf: f 340 miljoen in meerdaagse vakanties (10 oktober 1987)
  3. 'Waterpaleis Efteling - planpresentatie deel I' (17 juni 1987)