Charles Perrault

Charles Perrault (Parijs, 12 januari 1628 – Parijs, 16 mei 1703) was een Frans sprookjesschrijver.

Hij is in Nederland vooral bekend door een aantal sprookjes die -al dan niet in aangepaste vorm- in de Nederlandse verteltraditie zijn opgenomen. Dat was veelal te danken aan succes van de werken van de Gebroeders Grimm, die veel volksverhalen, waaronder de doorvertelde sprookjes van Perrault hebben opgeschreven.

Sprookjes van Perrault die in de Efteling te vinden zijn, zijn:

Overigens baseerde de Efteling zich hierbij veelal op de later door de Gebroeders Grimm opgetekende, aangepaste versie van deze verhalen. Wellicht omdat Anton Piecks illustraties voor De Sprookjes van Grimm (1942) een belangrijke inspiratiebron waren.

Het bekendste sprookje dat in de Efteling ontbreekt, is dat van Blauwbaard (maar dit is wel opgenomen in de tv-serie Sprookjes).

Zijn leven en werk

Charles Perrault is geboren in Parijs in een familie uit de gegoede burgerij. Hij genoot een goede opleiding. Rond zijn 25e werd hij aangesteld als secretaris van de Académie des Inscriptions et Belles-Lettres, een wetenschappelijk genootschap, gericht op geesteswetenschappen, onder leiding van de minister van financiën, Jean-Baptiste Colbert, aan het hof van Lodewijk de veertiende. Een aantal gedichten die hij schreef ter ere van de koning, en het feit dat zijn vader parlementariër was, hebben hier mogelijk aan bijgedragen.

In 1668 schreef hij La Peinture, opgedragen aan de eerste hofschilder van Lodewijk XIV. Niet veel later schreef hij Courses de testes et de bague, een verslag van een door de koning georganiseerde viering.

In 1669 adviseerde hij de koning om 69 fonteinen te bouwen in het doolhof van Versailles, elk verwijzend naar één van de Fabels van Aesopos.

In 1674 schreef hij Critique de l'Opéra, een stuk waarin hij het opnam voor een nieuwe muziekstroming, opera, die op veel weerstand stuitte bij traditionalisten. Met dit werk was hij één van de aanstichters van de Strijd tussen de Klassieken en de Modernen, waarin hij aan de kant van de 'Modernen' stond. Hij schreef nog diverse werken waarin hij zijn mening onderschreef dat onder het vooruitstrevende bewind van koning Lodewijk, zijn eeuw beter was dan elke periode uit de voorgaande geschiedenis.

Charles Perrault overleed in 1703 in Parijs.

Zijn sprookjes

Illustratie van Gustave Doré bij Assepoester

Toen Perrault op 67-jarige leeftijd zijn baan als secretaris verloor, richtte hij zich volledig op zijn kinderen en op het schrijven van sprookjes.

In 1694 publiceerde Perrault drie sprookjes in versvorm: Griselidis, De belachelijke wensen en Ezelsvel. Deze trokken geen bijzondere aandacht. Heel anders was dat met het bundeltje dat hij in 1697 publiceerde, in proza: Histoires ou contes du temps passé; Contes de ma Mere l'Oye met acht sprookjes: De schone slaapster in het bos, Roodkapje, Blauwbaard, De Gelaarsde Kat, Assepoester of het glazen muiltje, Riket met de Kuif, De Feeën, en Klein Duimpje. Hiermee had Perrault direct succes, dat ook aanhield. Later werden de drie sprookjes uit 1694, in proza naverteld, aan de bundel toegevoegd, waardoor de complete collectie uiteindelijk uit elf sprookjes bestond.

In 1862 verscheen in Frankrijk de uitgave met de beroemd geworden platen van Gustave Doré. 40 Platen bij negen sprookjes; Griselides en De belachelijke wensen ontbraken.

De sprookjes van Charles Perrault in Nederland

In 1754 verscheen de eerste Nederlandse uitgave van Perraults sprookjes onder de titel Contes de ma Mere l'Oye = Vertellingen van Moeder de Gans. Tweetalig, opdat kinderen aan de hand hiervan hun Frans konden oefenen.

De uitgave met de platen van Doré werd in Nederland gepubliceerd in 1876, met de sprookjes in een berijmde bewerking van Ant L. de Rop. In 1965 verscheen er een nieuwe editie, nu in een prozavertaling van H.L. Prenen: Sprookjes van Moeder de Gans, verlucht met 40 prenten van Gustave Doré.

Verwijzingen