De Witte Boerderij was een woonboerderij binnen de parkgrenzen van de Efteling, waar nu het Fata Morganaplein ligt. Het boerderijtje bestond al voor de aanleg van de Efteling - het werd in de late 19e eeuw gebouwd aan een dwarsweg van de Eftelingsestraat. In de jaren 1940 woonde hier jachtopziener Verstegen en later kwam tuinarchitect Lou Smeets met zijn gezin er wonen en was het nog primitief. Het is daarna nog enkele keren van huurder gewisseld tot aan een brand in 1969.

Het gezin Smeets bij de boerderij

Lou Smeets woonde met zijn vrouw Nellie en drie dochters Marthie, Guusje en Marilou van 1954 tot 1961 in dit boerderijtje aan de toenmalige Roei- en Kanovijver. Aanvankelijk was er geen waterleiding en het water uit de put was niet geschikt als drinkwater. Later werd er wel een waterleiding aangelegd waardoor er ook een douche kon komen. Voor de woning betaalde hij een symbolisch bedrag omdat hij ook de taak van 'veldwachter' van het park op zich nam.

De boerderij aan de Roei- en Kanovijver

De kinderen konden zich na sluitingstijd van harte uitleven in de attracties van het park, zoals het Sprookjesbos, de Speeltuin, kano's, de Traptreintjes en het zwembad. Tussen de Siervijver en de Roeivijver was er een eendenkooi waar het gezin eieren van kon gebruiken; ook oogsten ze groenten uit de moestuin bij de Traptreintjes. In de winters wanneer het ijs dik genoeg was werden de Roei- en Kanovijver via de Eftelingsestraat opengesteld en zorgde Lou Smeets voor een geveegde ijsbaan, muziek en koek- en zopietent.

Omdat de echtgenote door een handicap minder mobiel was, besloot men in 1961 naar het dorp te verhuizen. De boerderij werd daarna een jaar bewoond door Henk Knuivers. Vanaf 1962 werd bij de boerderij Rijsporthoeve De Efteling gebouwd, en woonden de beheerders van de manege daar; aanvankelijk de familie Gabriëls. In de nacht van 9 op 10 augustus 1969 werd de boerderij, op dat moment bewoond door de familie Weimar, door brand verwoest.