Annie Klis | |
---|---|
Annie Klis, jaren 50 | |
Volledige naam | Johanna Maria Lucia Henrica Klis |
Alias | Annie, Anny |
Geboren | 5 dec 1931 |
Overleden | 26 mrt 2020 |
In dienst | 1952 |
Uit dienst | 1 aug 1991 |
Bekend als | langdurig employée |
Personen |
Annie (of Anny) Klis (Kaatsheuvel, 5 december 1931 - Tilburg, 26 maart 2020) was één van de medewerkers van het eerste uur bij de Efteling, en heeft er uiteindelijk 33 jaar gewerkt. Ze was onder andere werkzaam op de administratie en als souvenirverkoopster.
Klis was al sinds de begindagen bij het park in dienst. Ze is begonnen op 21-jarige leeftijd als medewerkster bij de kassa, later bij de boekhouding. In 1961 werkte ze een klein jaar als secretaresse van Joop Salet op Het Kraanven.[1] Vanaf 1965 komt ook haar broer Frans Klis in dienst bij de Efteling. In 1967 neemt ze echter ontslag, nadat directeur Diender weigerde om haar hetzelfde te betalen als mannelijke collega’s. Na zes jaar elders te hebben gewerkt -in de meubelfabriek van een andere broer- kwam ze in 1973 toch weer terug, en kon terecht bij een souvenirwinkel. Op 1 augustus 1991 gaat ze met vervroegde uittreding, bijna veertig jaar nadat ze voor het eerst in dienst kwam.
Naast haar werk zat ze in het bestuur van de volleybal- en handbal-clubs die in de jaren vijftig op het Efteling-terrein gevestigd waren.
Annie Klis komt aan het woord in jubileumboek Mam, een duppie voor de kip?, waarin ze vertelt dat ze Anton Pieck op woensdagen wel eens naar huis reed (zo'n 120 km van Kaatsheuvel). Daar aangekomen moesten ze eerst nog koffiedrinken. Ze heeft ook enkele originele tekeningen van Pieck gekregen.[2]
Het publiek kan uitgebreid met haar kennismaken in een aflevering van het NCRV-programma Villa Historica, op 24 juli 2006. Presentatrice Mieke van der Weij, die vroeger ook vaak in de Efteling kwam, loopt in een item van tien minuten met Klis door het park en haalt herinneringen op. Veel bekende anekdotes komen aan bod. Annie laat ook weten dat ze nieuwe ontwikkelingen (eigenlijk begint dat al met de Python) eigenlijk maar niets vindt.
- ↑ Bram van Binnendijk: Herinneringen aan Theo Hochwald (2022), p. 168
- ↑ André Sonneville: Mam, een duppie voor de kip? Efteling (1992)