"Roodkapje" is een lied uit de Efteling Sprookjesshow die in de seizoenen 1996 en 1997 te zien was in het voormalige Efteling Theater in het Oosterpark. De muziek en arrangementen zijn geschreven door Tonny Eyk. De tekst is geschreven door Bob Bouber.

Het lied bestaat uit vier delen: "Roodkapje" is de introductie gezongen door het meisje zelf, "Een feestmaal kant en klaar" wordt gezongen door de Boze Wolf als hij zich voorbereidt op de komst van het hapje, "Waa'isjie?" gezongen door de jager als hij naar de Wolf gaat en "Dit was dan Roodkapje" als slot.

Tekst

"Roodkapje"

Roodkapje, Roodkapje, dat ik dat ben dat snap je
Ik moet van moe naar grootmoe toe, dat doe ik dus maar vlug
Want snap je, want snap je, ik ben dan wel Roodkapje
Maar wie niet opschiet in het bos is nooit voor het donker terug
Wie aarzelt, wie treuzelt, wie hier z'n tijd verpeuzelt
Wordt zomaar opgepeuzeld door de Boze Wolf
't Is best wel gevaarlijk, ik schrik soms onbedaarlijk
Er kraakt wat hier en loeit wat daar; overal gevaar

<Roodkapje ontmoet Ko Nijn>

Konijntje, konijntje, het is maar een klein eindje
Ga jij maar mee, want met z'n twee is leuker dan alleen
Tralala, tralala, tralalalalalala
Tralalalie, tralalalee, 't Is leuker met z'n twee

"Een feestmaal kant en klaar"

Roodkapje, Roodkapje, een mals en sappig hapje
Ze is altijd zo'n zoete meid; het toetje van het woud
Haar oma, die oma, die bleef nog taai in Croma
Ik at haar tegen heug en meug, ze smaakte veel te oud
Maar snap je, Roodkapje, die houdt wel van een grapje
Dus vlug in bed, dan doe ik net of ik haar oma ben
Roodkapje, Roodkapje, ik houd haar voor het lapje
Ik speel haar oma: Ben zo ziek, ohw, ohw, m'n reumatiek
Daar komt ze, Roodkapje, ik zet mij op het trapje
Doe net of ik haar oma ben en haar al jaren ken
Mijn oortje, dat hoort je, ohw zalig tussendoortje
Ik eet je op met huid en haar, een feestmaal kant en klaar
Een feestmaal kant en klaar!

"Waa'isjie?"

Help! Alarm! Als ik dat toch had geweten
Alarm! Help! Moord en brand! Roodkapje is opgegeten!

Waa'isjie? Waa'isjie? Die Boze Wolf, waa'isjie?
Ik hoor van Nijn dat ik hier moet zijn dus kinderen: Waa'isjie?
Ik zal 'm, ik zal 'm, maar ik blijf koel en kalm
As'ik 'm zie, as'ik 'm zie, dan roep ik: Halt politie!
Waa'isjie? Waa'isjie? Die Boze Wolf, waa'isjie?
As'ik 'm zie, as'ik 'm zie, dan gaat 'ie in een kistie
Waa'isjie? Waa'isjie? Die Boze Wolf, waa'isjie?
As'ik 'm zie, as'ik 'm zie, die Boze Wolf, waa'isjie?

"Dit was dan Roodkapje"

Dit was dan Roodkapje, wij zijn zo blij dat snap je
Dat iedereen elkaar weer heeft en de Wolf heeft overleefd

Roodkapje, Roodkapje, zo'n sprookje is geen grapje
Ik schaam me zeer en heus ik zweer ik doe het echt nooit meer

Nou goed dan, akkoord dan, ik hou je aan je woord man
Geloof je, maar beloof me doe het echt geen tweede keer

Roodkapje, Roodkapje, als je 't leuk vond nou dan klap je
Of je stampt wat met je voet, het geeft niet wat je doet
We zingen en we springen, gaan vrolijk Eftelingen
Het volgende sprookje staat bijna voor de deur

(En nog een keer) (Ja, nog één keer joh)
Tralala, tralala, tralalalalalala
Tralalala, lalalala, lalalalalala
Tralala, lalala, lalalalalalala
Lalalalalalalalalalalalalala
Lalalalalalalalalalalalalala
Traa-lalalalalalalalalalalalala
Lalalalalalalalalalalalalala