Van Ravesteijn (Avara) in 1969

A.F. (Dick) van Ravesteijn (1908) was uitbater van het Café-Restaurant en Theehuis vanaf de opening van die eerste in 1953, tot 1958.

Eerder was Van Ravesteijn de uitbater van het restaurant in Diergaarde Blijdorp in Rotterdam.[1] In 1953 begint hij bij de Efteling en zou een verdienstelijk restaurateur geweest zijn.[2]

Medio 1958 komt er een einde aan deze verantwoordelijkheid. Volgens het stichtingsbestuur is hij niet effectief en flexibel genoeg.[3] Hij wordt dan vervangen door Ab Diender, die vanaf dat moment álle horecapunten van de Efteling pacht. In publicaties wordt Van Ravesteijn echter tot begin jaren zeventig nog regelmatig aangehaald als 'De man achter de Efteling’.[4][5]

Al tijdens zijn Efteling-jaren was hij tevens een verdienstelijk amateurgoochelaar die bekendheid genoot onder de naam Avara.[2] Nadat hij bij de Efteling was vertrokken werd hij midden jaren zestig bedrijfseconomisch adviseur van Willem Duys’ platenmaatschappij Iramac, wat een dermate groot (financieel) succes werd dat hij kon rentenieren en zich nu geheel kon wijden aan zijn liefhebberij. Als amateur-goochelaar Avara trad hij op en verscheen met enige regelmaat op de televisie in binnen- en buitenland. Hij beheerste naar eigen zeggen iedere tak van het goochelen, maar het mentale goochelen was zijn favoriet.[5] In 1971 poogde hij in Kasteel Oost in Valkenburg het eerste goochelmuseum te huisvesten, met onder meer zijn eigen uitgebreide collectie goochelattributen.[4]

  1. Echo van het Zuiven, 1 mei 1953 (p 2)
  2. 2,0 2,1 Katholieke Illustratie 1956 nr 14, p 35
  3. Henk vanden Diepstraten: De Efteling/Kroniek van een Sprookje. Baarn: Tirion (2002), p. 42
  4. 4,0 4,1 De Tijd: 'Goochelmuseum', (16 juni 1971)
  5. 5,0 5,1 Leids Dagblad: 'Een goochelaar is goed als hij het onmogelijke laat zien...' (11 juli 1969)