Vijfde logboekpagina.

Tekst: "Den eerste februari zestienhonderddrieënveertig thuis, 1 februari 1673

Dagboeck, Ik bevind mijzelve op de toppen van mijn roem, maar Ik ben dom geweest! Tijdens een bacchanael in cafée 'Het Oorlam' heb Ik men mijn kameraeden in dronckenschap gesproocken oover de plunderinghen. Dit geheijm magh nimmer in den oopenbaerheid geraecken ende soveel zwijggeld heb Ik mijn vrienden betaeld.

Tot mijn geluk heb Ik verzweeghen, dat Ik in het diepste geheijm werck aen een onderaerdse gangh, die mijn huijs sal verbinden met de haaven. So kan alle gestoolen smokkelwaer buijten zight van de Bewindhebbers van Den Compagnie opgeslaeghen worden!

Voor mijn volghende vaert naar Batavia soek Ik nogh bemanninghsleeden. Men lijckt eenigzins te sijn bevreesd vanweeghe mijn harde beleid aen boord van Den Hollander. Maer het sal mij seeker gelukken om de beste manschappen in dienst te neemen. Ik, Schipper Willem van der Decken, sal weer vaeren naer De Oost."

Dit bestand wordt op de volgende pagina gebruikt: